(2) Die zuständige Behörde kann dem Anlagenbetreiber die Anwendung einer anderen Häufigkeit als derjenigen gemäß Absatz 1 gestatten, wenn keine Mindesthäufigkeiten vorliegen oder wenn der Anlagenbetreiber einen der folgenden Sachverhalte nachweist:
2. De bevoegde autoriteit kan de exploitant toestaan een andere frequentie te gebruiken dan die in lid 1 indien geen minimale frequenties beschikbaar zijn of indien de exploitant een van de volgende punten bewijst: