C. in der Erwägung, dass Frauen rund 40% der Gewerkschaftsmitglieder in der EU stellen, jedoch keine Ausgewogenheit besteht zwischen diesem weiblichen Mitgliederanteil einerseits und seiner Vertretung in den Entscheidungsorganen und Führungspositionen der Arbeitnehmerorganisationen andererseits,
C. overwegende dat vrouwen ongeveer voor 40% deel uitmaken van het ledenaantal van de vakbonden in de EU, maar dat er geen evenredig verband bestaat tussen dit aandeel vrouwelijke leden enerzijds en de participatie in beslissingsorganen en leidinggevende functies van werknemersorganisaties anderzijds,