Vertaling van "kein weiteres initiativrecht " (Duits → Nederlands) :

4. Ist, wenn die dritte Vorabentscheidungsfrage bejahend beantwortet wird, der Begriff ' zu prüfende Anforderung ' in Artikel 15 der Richtlinie 2006/123/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 12. Dezember 2006 über Dienstleistungen im Binnenmarkt so auszulegen, dass er eine Verpflichtung für private Akteure, zusätzlich zu oder als Teil ihrer üblichen Tätigkeit zum sozialen Wohnungsbau beizutragen und die erstellten Wohnungen zu Höchstpreisen an halböffentliche Behörden oder mit deren Rechtsübertragung zu übertragen, obwohl diese privaten Akteure kein weiteres Initiativrecht auf dem Markt der Sozialwohnungen besitzen, erfasst?
4. Dient, indien de derde prejudiciële vraag bevestigend wordt beantwoord, het begrip ' aan evaluatie onderworpen eis ' in artikel 15 van de richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt aldus te worden geïnterpreteerd dat een verplichting voor private actoren om bovenop of als deel van hun gebruikelijke activiteit, bij te dragen tot de sociale woningbouw en de gerealiseerde woningen tegen maximumprijzen over te dragen aan of met indeplaatsstelling door semipublieke overheden, hoewel die private actoren voorts geen initiatiefrecht bezitten op de sociale woningmarkt, eronder valt ?

4. Ist, wenn die dritte Vorabentscheidungsfrage bejahend beantwortet wird, der Begriff « zu prüfende Anforderung » in Artikel 15 der Richtlinie 2006/123/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 12. Dezember 2006 über Dienstleistungen im Binnenmarkt so auszulegen, dass er eine Verpflichtung für private Akteure, zusätzlich zu oder als Teil ihrer üblichen Tätigkeit zum sozialen Wohnungsbau beizutragen und die erstellten Wohnungen zu Höchstpreisen an halböffentliche Behörden oder mit deren Rechtsübertragung zu übertragen, obwohl diese privaten Akteure kein weiteres Initiativrecht auf dem Markt der Sozialwohnungen besitzen, erfasst?
4. Dient, indien de derde prejudiciële vraag bevestigend wordt beantwoord, het begrip « aan evaluatie onderworpen eis » in artikel 15 van de richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt aldus te worden geïnterpreteerd dat een verplichting voor private actoren om bovenop of als deel van hun gebruikelijke activiteit, bij te dragen tot de sociale woningbouw en de gerealiseerde woningen tegen maximumprijzen over te dragen aan of met indeplaatsstelling door semipublieke overheden, hoewel die private actoren voorts geen initiatiefrecht bezitten op de sociale woningmarkt, eronder valt ?

6. erinnert den Rat daran, dass er über kein gesetzgeberisches Initiativrecht verfügt und aufhören muss, der Kommission Weisungen über Form und Inhalt von Rechtsvorschriften zu geben, und er die in den Verträgen verankerten Koordinierungs-, Exekutiv- und Verwaltungsaufgaben der Kommission nicht umgehen darf; bekräftigt, dass es weitere zwischenstaatliche Elemente in Bezug auf die WWU nicht hinnehmen kann und alle notwendigen und angemessenen Maßnahmen im Rahmen seiner Vorrechte treffen wird, wenn diesbezüglichen Warnungen keine Beachtung geschenkt wird;
6. herinnert de Europese Raad eraan dat hij geen initiatiefrecht heeft en moet ophouden de Commissie instructies te geven over de vorm en/of inhoud van wetgeving, en de in de Verdragen vastgelegde coördinerende, uitvoerende en managementtaken van de Commissie niet mag omzeilen; herhaalt dat het met betrekking tot de EMU geen verdere intergouvernementele elementen zal accepteren en dat het binnen zijn bevoegdheden alle nodige stappen zal ondernemen als die waarschuwing in de wind wordt geslagen;

49. bedauert das Fehlen klarer Optionen für die Vergemeinschaftung der Politik im Zusammenhang mit dem Überschreiten der Außengrenzen, der Asyl-, Einwanderungs- und Visapolitik und der Politik gegenüber Drittlandsstaatsbürgern im Text des Entwurfs einer Revision der Verträge, der dem Europäischen Rat von Dublin vorgelegt wurde; lehnt jede weitere Verzögerung der Verwirklichung der Freizügigkeit und jede Diskriminierung zwischen EU-Staatsbürgern und Drittlandsstaatsbürgern, die sich legal in der Union aufhalten, im Hinblick auf das Recht auf Freizügigkeit ab; bekräftigt seine Auffassung, daß die Freizügigkeit von Personen auf alle sich legal in der EU aufhaltenden Personen angewandt werden muß und unter keinen Umständen nur auf EU-Bürger beschränkt werden darf; bedauert außerdem daß - sowohl im neuen Titel über Freizügigkeit, Asyl und Einwanderung als auch in den übrigen Fragen im Rahmen des dritten Pfeilers - keine konkreten Vorschläge zur Stärkung des Initiativrechts der Kommission, der Beteiligung des Europäischen Parlaments an dem Entscheidungsprozeß, der demokratischen und gerichtlichen Kontrolle der angewandten Maßnahmen noch im Hinblick auf die Zuständigkeit des Europäischen Gerichtshofs bzw. die Einführung von Mehrheitsentscheidungen auf Ratsebene gemacht werden;
49. betreurt de afwezigheid in de tekst voor een ontwerpherziening van de Verdragen, voorgelegd aan de Europese Raad van Dublin, van duidelijke keuzes voor communautarisering van het beleid met betrekking tot de overschrijding van de buitengrenzen, het asiel-, migratie- en visabeleid en het beleid ten aanzien van de onderdanen van derde landen; verzet zich tegen elk verder uitstel van de verwezenlijking van het vrije personenverkeer en tegen elke discriminatie tussen EU-burgers en onderdanen van derde landen, die legaal in de Unie gevestigd zijn, inzake het recht op vrije personenverkeer; herhaalt dat het van mening is dat het vrije verkeer van personen van toepassing moet zijn op allen die legaal in de EU verblijven en dat dit recht onder geen enkele voorwaarde tot EU-burgers beperkt kan worden; betreurt bovendien het feit dat er - zowel in de nieuwe titel over het vrije verkeer van personen, asiel en migratie, als in de resterende materies onder de derde pijler - geen concrete voorstellen gedaan worden, noch ter versterking van het initiatiefrecht van de Commissie, van de deelname van het Europese Parlement in de besluitvorming, van de democratische en gerechtelijke controle op het gevoerde beleid, noch wat betreft de bevoegdheid van het Hof van Justitie of de invoering van meerderheidsbeslissingen op het niveau van de Raad;