Traduction de «kein co2 mehr » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

danach können keine Ansprüche mehr geltend gemacht werden
zo niet vervallen de rechten

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Der Analyse zufolge kann erreicht werden, dass in diesem Sektor bis 2050 praktisch kein CO2 mehr emittiert wird, und er bietet die Aussicht darauf, fossile Brennstoffe im Verkehr und beim Heizen zum Teil zu ersetzen.
Uit deze analyse blijkt dat de CO2-uitstoot tegen 2050 bijna tot nul kan worden teruggebracht en dat fossiele brandstoffen voor vervoer en verwarming gedeeltelijk kunnen worden vervangen door elektriciteit.

57. fordert eine breit angelegte Einpreisung von CO2 als weltweit anwendbares Instrument für die Verwaltung von Emissionen und die Zuteilung von Erträgen aus dem Handel mit Emissionszertifikaten und aus der CO2-Einpreisung internationaler Verkehrskraftstoffe für klimarelevante Investitionen; fordert außerdem, dass ein Teil der Agrarsubventionen genutzt wird, um in landwirtschaftlichen Betrieben für Investitionen zur Gewinnung und Nutzung von Energie aus erneuerbaren Quellen zu sorgen; betont, dass privates Kapital und die notwendigen Investitionen in emissionsarme Technologien mobilisiert werden müssen; fordert, dass die Regierungen und sowohl öffentliche als auch private Finanzinstitute, einschließlich Banken, Pensionsfonds und Versicherungsunternehmen ehrgeizige Verpflichtungen übernehmen, damit die Praxis bei der Darlehensvergabe und bei Investitionen auf die Zielsetzung, den Temperaturanstieg auf unter 2 °C zu begrenzen, abgestimmt wird und keine Investitionen mehr in fossile Brennstoffe fließen, wozu auch die Abschaffung von Ausfuhrkrediten für Investitionen in fossile Brennstoffe zählt; fordert, dass konkrete öffentliche Garantien für umweltverträgliche Investitionen, Zertifikate und Steuervergünstigungen für umweltfreundliche Investitionsfonds sowie für die Ausgabe umweltfreundlicher Anleihen gegeben werden;
57. pleit voor ruimschalige koolstofbeprijzing als wereldwijd toepasbaar instrument voor het beheer van emissies, de toewijzing van inkomsten uit emissiehandel aan klimaatgerelateerde investeringen, en inkomsten uit de koolstofbeprijzing van internationale transportbrandstoffen; vraagt ook dat landbouwsubsidies worden gebruikt om investeringen ten behoeve van de productie en het gebruik van duurzame energie op landbouwbedrijven te garanderen; benadrukt hoe belangrijk het is kapitaal uit de particuliere sector en de nodige investeringen in koolstofarme technologie aan te trekken; pleit voor een ambitieuze toezegging van regeringen en openbare en particuliere financiële instellingen, zoals banken, pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen, om hun leningen en investeringen op de "minder dan 2 °C"-doelstelling af te stemmen en niet langer te investeren in fossiele brandstoffen, onder meer door uitvoerkredieten voor investeringen in fossiele brandstoffen uit te faseren; pleit voor specifieke publieke garanties ten behoeve van groene investeringen, labels en fiscale voordelen voor groene investeringsfondsen en de uitgifte van groene obligaties;

55. fordert eine breit angelegte Einpreisung von CO2 als weltweit anwendbares Instrument für die Verwaltung von Emissionen und die Zuteilung von Erträgen aus dem Handel mit Emissionszertifikaten und aus der CO2-Einpreisung internationaler Verkehrskraftstoffe für klimarelevante Investitionen; fordert außerdem, dass ein Teil der Agrarsubventionen genutzt wird, um in landwirtschaftlichen Betrieben für Investitionen zur Gewinnung und Nutzung von Energie aus erneuerbaren Quellen zu sorgen; betont, dass privates Kapital und die notwendigen Investitionen in emissionsarme Technologien mobilisiert werden müssen; fordert, dass die Regierungen und sowohl öffentliche als auch private Finanzinstitute, einschließlich Banken, Pensionsfonds und Versicherungsunternehmen ehrgeizige Verpflichtungen übernehmen, damit die Praxis bei der Darlehensvergabe und bei Investitionen auf die Zielsetzung, den Temperaturanstieg auf unter 2 °C zu begrenzen, abgestimmt wird und keine Investitionen mehr in fossile Brennstoffe fließen, wozu auch die Abschaffung von Ausfuhrkrediten für Investitionen in fossile Brennstoffe zählt; fordert, dass konkrete öffentliche Garantien für umweltverträgliche Investitionen, Zertifikate und Steuervergünstigungen für umweltfreundliche Investitionsfonds sowie für die Ausgabe umweltfreundlicher Anleihen gegeben werden;
55. pleit voor ruimschalige koolstofbeprijzing als wereldwijd toepasbaar instrument voor het beheer van emissies, de toewijzing van inkomsten uit emissiehandel aan klimaatgerelateerde investeringen, en inkomsten uit de koolstofbeprijzing van internationale transportbrandstoffen; vraagt ook dat landbouwsubsidies worden gebruikt om investeringen ten behoeve van de productie en het gebruik van duurzame energie op landbouwbedrijven te garanderen; benadrukt hoe belangrijk het is kapitaal uit de particuliere sector en de nodige investeringen in koolstofarme technologie aan te trekken; pleit voor een ambitieuze toezegging van regeringen en openbare en particuliere financiële instellingen, zoals banken, pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen, om hun leningen en investeringen op de "minder dan 2 °C"-doelstelling af te stemmen en niet langer te investeren in fossiele brandstoffen, onder meer door uitvoerkredieten voor investeringen in fossiele brandstoffen uit te faseren; pleit voor specifieke publieke garanties ten behoeve van groene investeringen, labels en fiscale voordelen voor groene investeringsfondsen en de uitgifte van groene obligaties;

33. weist auf die Schlussfolgerung des Fahrplans hin, dass der Stromsektor bis 2050 nahezu keine CO2 -Emissionen mehr verursachen sollte (Senkung der Emissionen um 93 %–99 %); stellt fest, dass die Vorreiter im Bereich der emissionsarmen Technologien aus Sicht der EU-Wirtschaft in der emissionsarmen Welt von heute und morgen einen Wettbewerbsvorteil haben; weist ferner darauf hin, dass die Senkung der Emissionen daher auf einem Wege erreicht werden sollte, der keine Beeinträchtigung der Wettbewerbsfähigkeit der EU nach sich zieht und der Gefahr der Verlagerung der CO2 -Emissionen, insbesondere in energieintensiven Wirtschaftszweigen, Rechnung trägt;
33. wijst op de conclusie in de routekaart dat de energiesector tegen 2050 vrijwel geheel koolstofarm zou moeten zijn (emissiereductie van 93%-99%); erkent evenwel dat vanuit een industrieel EU-standpunt degenen die een voortrekkersrol vervullen op het gebied van emissie-arme technologieën een concurrentievoordeel hebben in de koolstofarme wereld van vandaag en morgen; wijst erop dat de emissiebeperkingen op zodanige wijze behaald zouden moeten worden dat het concurrentievermogen van de EU er niet onder lijdt en dat het risico van koolstoflekkage wordt tegengegaan, met name in energie-intensieve sectoren;

34. weist auf die Schlussfolgerung des Fahrplans hin, dass der Stromsektor bis 2050 nahezu keine CO2-Emissionen mehr verursachen sollte (Senkung der Emissionen um 93 %–99 %); stellt fest, dass die Vorreiter im Bereich der emissionsarmen Technologien aus Sicht der EU-Wirtschaft in der emissionsarmen Welt von heute und morgen einen Wettbewerbsvorteil haben; weist ferner darauf hin, dass die Senkung der Emissionen daher auf einem Wege erreicht werden sollte, der keine Beeinträchtigung der Wettbewerbsfähigkeit der EU nach sich zieht und der Gefahr der Verlagerung der CO2-Emissionen, insbesondere in energieintensiven Wirtschaftszweigen, Rechnung trägt;
34. wijst op de conclusie in de routekaart dat de energiesector tegen 2050 vrijwel geheel koolstofarm zou moeten zijn (emissiereductie van 93%-99%); erkent evenwel dat vanuit een industrieel EU-standpunt degenen die een voortrekkersrol vervullen op het gebied van emissie-arme technologieën een concurrentievoordeel hebben in de koolstofarme wereld van vandaag en morgen; wijst erop dat de emissiebeperkingen op zodanige wijze behaald zouden moeten worden dat het concurrentievermogen van de EU er niet onder lijdt en dat het risico van koolstoflekkage wordt tegengegaan, met name in energie-intensieve sectoren;

20. weist auf die Schlussfolgerung des Fahrplans hin, dass die Energiebranche bis 2050 nahezu keine Emissionen mehr verursachen sollte (Senkung der Emissionen um 93-99 %); stellt fest, dass Initiatoren im Bereich emissionsarme Technologien aus Sicht der EU-Wirtschaft in der emissionsarmen Welt von heute und morgen einen klaren Wettbewerbsvorteil haben; weist darauf hin, dass die Senkung der Emissionen daher auf einem Wege erreicht werden sollte, der keine Beeinträchtigung der Wettbewerbsfähigkeit der EU nach sich zieht und der Gefahr der Verlagerung der CO2-Emissionen, insbesondere in energieintensiven Wirtschaftszweigen, Rechnung trägt;
20. wijst op de conclusie in de routekaart dat de energiesector tegen 2050 vrijwel geheel koolstofarm zou moeten (emissiereductie van 93%-99%); erkent evenwel dat vanuit een industrieel EU-standpunt degenen die een voortrekkersrol vervullen op het gebied van emissie-arme technologieën een concurrentievoordeel hebben in de koolstofarme wereld van vandaag en morgen; wijst erop dat de emissiebeperkingen op zodanige wijze behaald zouden moeten worden dat het concurrentievermogen van de EU er niet onder lijdt en dat het risico van koolstoflekkage wordt tegengegaan, met name in energie-intensieve sectoren;

Ab der Anwendung der überarbeiteten Verfahren zur Messung der CO2-Emissionen werden keine innovativen Technologien nach dem Verfahren des Artikels 12 mehr genehmigt.
Vanaf de datum van toepassing van de herziene procedure voor de meting van CO2-emissies wordt innoverende technologie niet langer goedgekeurd volgens de procedure in artikel 12.

Da jedoch der Rover/MG-Konzern - der ursprünglich der Selbstverpflichtung im Rahmen von BMW unterlag - kein ACEA-Mitglied mehr ist, hat ACEA erklärt, dass der Verband keinerlei Verantwortung für die CO2-Ergebnisse von Rover bis 2008 übernehmen kann.
Aangezien Rover/MG – dat oorspronkelijk als onderdeel van BMW onder de verbintenis viel – geen lid van de ACEA meer is, heeft de ACEA echter verklaard dat zij geen verantwoordelijkheid kan nemen voor de prestaties van Rover/MG tot 2008.