Wenn die Rückforderung im Sinne der Absätze 1, 3 und 4 nicht mehr durch die Auszahlungseinrichtung oder -dienststelle vorgenommen werden kann, weil diese keine Leistung mehr schuldet, kann sie von Amts wegen auf deren Antrag hin durch eine Einrichtung oder eine Dienststelle vorgenommen werden, die eine der in § 1 Nrn. 2, 3, 4, 5 und 8 vorgesehenen Leistungen zahlt, in Höhe von 10% des Betrags.
Wanneer de in het eerste, derde en vierde lid, bedoelde terugvordering, niet meer kan worden uitgevoerd door de instelling of door de uitbetalingsdienst bij gebrek aan nog te betalen prestaties, kan die terugvordering op haar verzoek ambtshalve worden uitgevoerd door een instelling of dienst die één der prestaties bedoeld in § 1, 2°, 3°, 4°, 5° en 8° verschuldigd is, ten belope van 10 % van dat bedrag.