Art. 14 - Jede Ausgabe, deren Auszahlung durch den zentralisierenden Kassenführer getätigt werden muss, wird der Einheit zur Kontrolle der Ausgabenfeststellungen durch den Anweisungsbefugten zwecks Validierung und endgültige Anrechnung zu Lasten der Ausgabenfeststellungskredite unterbreitet.
Art. 14. Elke uitgave waarvan de betaling verricht moet worden door de centraliserende penningmeester wordt door de ordonnateur onderworpen aan de eenheid voor de controle van de vereffeningen, met het oog op bekrachtiging en definitieve toerekening ervan ten laste van de vereffeningskredieten.