I
n den Vorarbeiten wurde angeführt, der Gesetzgeber habe es als notwendig erachtet, in dieser Angelegenheit einzugreifen im Anschlus
s an das Urteil des Kassationshofes vom 2. September 2004 (Pas., 2004, S. 1217), infolge dessen die Frage der Rückforderbarkeit « akut
» geworden sei, da angenommen worden sei, dass die Rechtsanwaltshonorare als vergütbarer Schaden angesehen werden könnten im Rahmen der vertraglichen Haftung (Parl. Dok
...[+++]., Senat, 2006-2007, Nr. 3-1686/5, S. 30; Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, DOC 51-2891/002, S. 3).
In de parlementaire voorbereiding wordt aangegeven dat de wetgever het noodzakelijk heeft geacht in die aangelegenheid op te treden naar aanleiding van het arrest van het Hof van Cassatie van 2 september 2004 (Arr. Cass., 2004, p. 1217) waardoor de kwestie van de verhaalbaarheid « acuut » werd door te erkennen dat de erelonen van de advocaten deel kunnen uitmaken van de vergoedbare schade in het kader van de contractuele aansprakelijkheid (Parl. St., Senaat, 2006-2007, nr. 3-1686/5, p. 30; Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2891/002, p. 3).