(4) Jeder Mitgliedstaat teilt der Kommission mit, welche Behörden für die Koordinierung der Erfassung und Überprüfung von Angaben zu den Tätigkeiten der in diesem Kapitel genannten eigenen Staatsangehörigen sowie für Meldungen an die Kommission und die Zusammenarbeit mit ihr zuständig sind.
4. De lidstaten delen de Commissie de namen mee van de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van het verzamelen en verifiëren van gegevens over de activiteiten van de in dit hoofdstuk bedoelde onderdanen en voor de verslaglegging aan en de samenwerking met de Commissie.