21. begrüßt, dass sich die Zusammenarbeit mit der Zivilgesellschaft
verbessert, fordert jedoch, dass institutionelle Mechanismen für die Zusammenarbeit zwischen staatlichen Einrichtungen und Organisationen der Zivilgesellschaft auf gesamtstaatlicher Ebene geschaffen werden und möglichst bald auf der Eben
e der Entitäten und Kantone in Betrieb genommen werden können; fordert ferner, dass die Zivilgesellschaft stärker regelmäßig und strukturiert in den Beitrittsprozess einbezogen wird; ruft zu einer verstärkten Zus
...[+++]ammenarbeit und Synergien unter den NRO auf; 21. verwelkomt het feit dat de samenwerking met het maatsch
appelijk middenveld verbetert, maar roept daarnaast op tot de invoering op nationaal niveau van institutionele kaders voor samenwerking tussen overheidsinstellingen en maatschappelijke organisaties, die zo snel mogelijk op het niveau v
an de entiteiten en kantons toegepast moeten kunnen worden; roept ertoe op de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij het proces van toetreding tot de EU op reguliere en gestructureerde wijze te vergroten; moedigt NGO's aan te stre
...[+++]ven naar meer samenwerking en synergieën;