Der Beschuldigte kann, wenn Regelwidrigkeiten, Unterlassungen oder Nichtigkeitsgründe im Sinne von Artikel 131 § 1 oder in Bezug auf den Verweisungsbeschluss vorliegen, gegen die in den Artikeln 129 und 130 genannten Verweisungsbeschlüsse Berufung einlegen, unbeschadet der in Artikel 539 dieses Gesetzbuches vorgesehenen Berufung.
De inverdenkinggestelde kan in geval van onregelmatigheden, verzuimen of nietigheden als bedoeld in artikel 131, § 1, of met betrekking tot de verwijzingsbeschikking, beroep instellen tegen de verwijzingsbeschikkingen bepaald in de artikelen 129 en 130, onverminderd het in artikel 539 van dit Wetboek beoogde hoger beroep.