(1) Eingeführtem, zum unmittelbaren menschlichen Verbrauch bestimmtem Wein, der mit einer geographischen Angabe bezeichnet ist, kann für seine Vermarktung in der Gemeinschaft unter der Voraussetzung der Gegenseitigkeit Kontrolle und Schutz, wie in Artikel 16 der Verordnung (EWG) Nr. 823/87 für Qualitätswein b. A. vorgesehen, zugestanden werden.
1. Ingevoerde wijn die voor rechtstreekse menselijke consumptie is bestemd en waarvoor een geografische aanduiding wordt gebruikt, kan, op voorwaarde van wederkerigheid, met het oog op het in de handel brengen in de Gemeenschap in aanmerking komen voor de controle en bescherming als bedoeld in artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 823/87 voor v. q. p. r. d.