Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Grundlage des gegenseitigen Wohles
Kann Dritten gegenüber geltend gemacht werden
Prinzip des gegenseitigen Nutzens

Traduction de «kann sich wohl » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
ist Dritten gegenüber wirksam, kann Dritten entgegengehalten werden (EGH) | kann Dritten gegenüber geltend gemacht werden

kan aan derden worden tegengeworpen


Kann bei Verwendung leicht entzündbar werden. Kann bei Verwendung entzündbar werden.

Kan bij gebruik licht ontvlambaar worden. Kan bij gebruik ontvlambaar worden.


Grundlage des gegenseitigen Wohles | Prinzip des gegenseitigen Nutzens

beginsel van wederzijds voordeel | principe van wederzijdse uitwisseling


Tourismusangebot eines Reiseziels zur weiteren Entwicklung | touristisches Angebot eines Reiseziels zur Weiterentwicklung | Tourismusangebot eines Reiseziels das weiterentwickelt werden kann | Tourismusangebot eines Reiseziels zur Weiterentwicklung

ontwikkelen van een mogelijke toeristische attractie | ontwikkelen van een mogelijke toeristische locatie | ontwikkelen van een mogelijke toeristische bezienswaardigheid | toeristische middelen voor een bestemming die verder ontwikkeld kan worden
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Die fragliche Regelung der steuerrechtlichen Geldbußen kann sich wohl in verschiedenen Bestandteilen von derjenigen der im MwStGB vorgesehenen strafrechtlichen Sanktionen oder von derjenigen der in anderen Angelegenheiten vorgesehenen Verwaltungssanktionen unterscheiden, ob es sich nun um die unterschiedliche Formulierung des Erfordernisses des moralischen Bestandteils, um die Möglichkeit der Kumulierung von administrativen Geldbußen, um die Art der Festlegung der Strafen oder um die Anwendung von Zuschlagzehntel handelt.

De in het geding zijnde regeling van de fiscale geldboeten kan allicht in diverse bestanddelen verschillen van de regeling van de in het BTW-Wetboek voorgeschreven strafrechtelijke sancties of van de regeling van de in andere aangelegenheden voorgeschreven administratieve sancties, ongeacht of het gaat om de verschillende formulering van de vereiste van het morele bestanddeel, om de mogelijkheid administratieve geldboeten samen te voegen, om de wijze van vaststelling van de straffen of om de toepassing van opdeciemen.


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 24. Juni 2016 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen M. D.B., dessen Ausfertigung am 5. Juli 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Polizeigericht Westflandern, Abteilung Brügge, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 38 § 6 des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er sich auch auf den Zuwiderhandelnden im Sinne von Artikel 30 ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 24 juni 2016 in zake het openbaar ministerie tegen M. D.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juli 2016, heeft de Politierechtbank West-Vlaanderen, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 38 § 6 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die mate dat ook de overtreder in de zin van artikel 30 § 2 van de Wet van 16 maart 1968 wordt geviseerd en aldus bij bewezenverklaring op eenzelfde manier wordt behandeld als overtreders van de andere aldaar vernoemde i ...[+++]


Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten E. De Groot und J. Spreutels, und den Richtern A. Alen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 4. Februar 2015 in Sachen Marianne Paelinck gegen das Amt für die Sonderregelungen der sozialen Sicherheit, dessen Ausfertigung am 12. Februar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Arbeitsgerichtshof Antwerpen folgende Vorabentsc ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 4 februari 2015 in zake Marianne Paelinck tegen de Dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 februari 2015, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 22sexies van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, de artikelen 10 en 11 van d ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 1. April 2016 in Sachen der Entstehung der einfachen Inlandsadoption von S.V., H.V und A.V. durch N.V., dessen Ausfertigung am 21. April 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Westflandern, Abteilung Brügge, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 356-1 Absätze 1 und 2 des Zivilgesetzbuches in Verbindung mit den Artikeln 162, 164 und 343 § 1 Buchstabe b) des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22bis der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Sc ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 1 april 2016 in zake de totstandkoming van de binnenlandse gewone adoptie van S.V., H.V en A.V. door N.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 april 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 356-1, lid 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek in samenhang gelezen met de artikelen 162, 164 en 343, § 1, b) van het Burgerlijk Wetboek, de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950, in zoverre het de ge ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 25. Februar 2015 in Sachen Eric Loop gegen Rembert Van Bael und Maria Kutschruiter, dessen Ausfertigung am 4. März 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 1211 in fine des Gerichtsgesetzbuches (abgeändert durch Artikel 5 des Gesetzes vom 13. August 2011 zur Reform des Verfahrens zur gerichtlichen Auseinandersetzung und Verteilung, Be ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 25 februari 2015 in zake Eric Loop tegen Rembert Van Bael en Maria Kutschruiter, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 maart 2015, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1211 in fine Ger.W (zoals gewijzigd door artikel 5 van de wet van 13 augustus 2011 houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, B.S. 14 september 2011), de artikelen 10 en 11 ...[+++]


Da der Gesetzgeber davon ausging, dass ein Klagerecht ab der Geburt das Problem der Vertretung des minderjährigen Kindes aufwerfen und Interessenkonflikte auslösen könnte, hat er sich somit dafür entschieden, dem Kind ein persönliches Klagerecht zu gewähren ab dem Zeitpunkt, zu dem davon auszugehen ist, dass es selbst eine wohl überlegte Entscheidung treffen kann (Parl. Dok., Senat, 1984-1985, Nr. 904-2, SS. 115 ff.).

Omdat de wetgever oordeelde dat het toekennen van een vorderingsrecht vanaf de geboorte problemen kon doen rijzen in verband met de vertegenwoordiging van de minderjarige en belangentegenstellingen met zich kon meebrengen, heeft hij aldus ervoor gekozen het kind een persoonlijk vorderingsrecht toe te kennen vanaf het ogenblik dat het moet worden geacht zelf een weloverwogen beslissing te kunnen nemen (Parl. St., Senaat, 1984-1985, nr. 904-2, pp. 115 e.v.).


Die fragliche Regelung der steuerrechtlichen Geldbussen kann sich wohl in verschiedenen Bestandteilen von derjenigen der im MwStGB vorgesehenen strafrechtlichen Sanktionen oder von derjenigen der in anderen Angelegenheiten vorgesehenen Verwaltungssanktionen unterscheiden, ob es sich nun - wie der Ministerrat angibt - um die unterschiedliche Formulierung des Erfordernisses des moralischen Bestandteils, um die Möglichkeit der Kumulierung von administrativen Geldbussen, um die Art der Festlegung der Strafen oder um die Anwendung von Zuschlagzehntel handelt.

De in het geding zijnde regeling van de fiscale geldboeten kan allicht in diverse bestanddelen verschillen van de regeling van de in het BTW-Wetboek voorgeschreven strafrechtelijke sancties of van de regeling van de in andere aangelegenheden voorgeschreven administratieve sancties, ongeacht of het, zoals de Ministerraad aangeeft, gaat om de verschillende formulering van de vereiste van het morele bestanddeel, om de mogelijkheid administratieve geldboeten samen te voegen, om de wijze van vaststelling van de straffen of om de toepassing van opdeciemen.


4. « Verstösst Artikel 135 § 1 des Strafprozessgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 135 § 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches, Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insofern Artikel 135 § 1 des Strafprozessgesetzbuches einer Zivilpartei das Recht erteilt, mittels Einlegung einer Berufung gegen einen Verweisungsbeschluss die Strafverfolgung durchzuführen, was grundsätzlich nur der Staatsanwaltschaft zusteht, während der Beschuldigte selbst eine solche Berufung nicht einlegen kann, ausser w ...[+++]

4. « Schendt artikel 135, § 1, Sv, in zijn samenhang gelezen en begrepen met artikel 135, § 2, Sv, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, 1 VTSv, 6 EVRM en 14 IVBPR, in zoverre het artikel 135, § 1 Sv, een burgerlijke partij het recht geeft om door het instellen van een hoger beroep tegen een verwijzingsbeschikking, de strafvordering uit te oefenen, wat principieel alleen aan het OM toekomt, terwijl de inverdenkinggestelde zelf dergelijk hoger beroep niet kan instellen, behoudens wanneer voldaan is aan artikel 135, § 2, Sv, op grond van het beginsel dat, enerzijds, het vervolgingsbeleid van het OM partijen niet toekomt en ook niet ter beoordeling is, en, anderzijds, de rechten van de inverdenkinggestelde bij een verwijzing naar de bodemrech ...[+++]


« Verstösst Artikel 31 § 2 des Dekrets vom 22. Februar 1995 über die Bodensanierung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem der Eigentümer eines nach dem Erwerb und vor dem Inkrafttreten des vorerwähnten Dekrets verunreinigten Grundstücks sich nicht auf den Ausnahmegrund von Artikel 30 § 2 des Dekrets berufen kann, während der Eigentümer, der das verunreinigte Grundstück vor dem Inkrafttreten des Dekrets erworben hat, sich wohl auf diesen Ausnahme ...[+++]

« Schendt artikel 31, § 2, van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, doordat de eigenaar van grond die na verwerving en voor de inwerkingtreding van voornoemd decreet is verontreinigd, zich niet kan beroepen op de uitzonderingsgrond van artikel 31, § 2, van het decreet, terwijl de eigenaar die de verontreinigde grond verworven heeft voor de inwerkingtreding van het decreet, wel vermag zich te beroepen op die uitzonderingsgrond, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?


4. « Verstösst Artikel 135 § 1 des Strafprozessgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 135 § 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches, Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insofern Artikel 135 § 1 des Strafprozessgesetzbuches einer Zivilpartei das Recht erteilt, mittels Einlegung einer Berufung gegen einen Verweisungsbeschluss die Strafverfolgung durchzuführen, was grundsätzlich nur der Staatsanwaltschaft zusteht, während der Beschuldigte selbst eine solche Berufung nicht einlegen kann, ausser w ...[+++]

4. « Schendt artikel 135, § 1, Sv, in zijn samenhang gelezen en begrepen met artikel 135, § 2, Sv, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, 1 VTSv, 6 EVRM en 14 IVBPR, in zoverre het artikel 135, § 1 Sv, een burgerlijke partij het recht geeft om door het instellen van een hoger beroep tegen een verwijzingsbeschikking, de strafvordering uit te oefenen, wat principieel alleen aan het OM toekomt, terwijl de inverdenkinggestelde zelf dergelijk hoger beroep niet kan instellen, behoudens wanneer voldaan is aan artikel 135, § 2, Sv, op grond van het beginsel dat, enerzijds, het vervolgingsbeleid van het OM partijen niet toekomt en ook niet ter beoordeling is, en, anderzijds, de rechten van de inverdenkinggestelde bij een verwijzing naar de bodemrech ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'kann sich wohl' ->

Date index: 2022-05-14
w