8. nimmt mit Befriedigung zur Kenntnis, dass die Anklage wegen Gotteslästerung gegen die ehemalige Frauenministerin Sima Samar vom Gerichtshof in Kabul abgewiesen wurde; ist jedoch besorgt, dass Sima Samar und andere Frauenrechtlerinnen möglicherweise weiter eingeschüchtert werden könnten;
8. constateert met tevredenheid dat de tenlastelegging wegens godslastering tegen de minister van vrouwenzaken, mevrouw Sima Samar, door het gerechtshof van Kaboel is verworpen, maar is bezorgd over de mogelijke verdere intimidatie van mevrouw Sima Samar en andere militante strijders voor de rechten van de vrouw;