23. begrüßt, dass sich der serbische Staatspräsident bei den kroatischen Bürgern für die Kriegsverbrechen entschuldigt hat, die im Namen Serbiens während des Krieges der jüngsten Vergangenheit verübt wurden; wertet diese Entschuldigung als einen Ausdruck großer politischer Reife und demokratischer Führung und als konkreten Beweis für die Entschlossenheit der gegenwärtigen Regierung, eine Politik der Freundschaft und der Zusammenarbeit mit ihren Nachbarstaaten zu verfolgen;
23. is verheugd over de excuses van de Servische president aan de Kroatische burgers voor de oorlogsmisdaden die namens Servië in de recente oorlog in Kroatië door Serviërs zijn begaan; beschouwt deze excuses als een teken van grote politieke rijpheid en democratisch leiderschap en concreet bewijs dat de huidige regering streeft naar een beleid van vriendschap en samenwerking met de nabuurlanden;