Kann die regelmäßige Verjährungsfrist von fünf Jahren, die im nationalen Recht in Art. 2224 des Code civil durch das Gesetz Nr. 2008-561 vom 17. Juni 2008 eingefügt wurde, in Bezug auf die Verjährungen, die am Tag des Inkrafttretens des genannten Gesetzes noch nicht eingetreten waren, gemäß der Ausnahmeregelung in Art. 3 Abs. 3 der Verordnung Nr. 2988/95 an die Stelle der in dieser Verordnung vorgesehenen vierjährigen Verjährungsfrist treten?
Kon de gemeenrechtelijke verjaringstermijn van vijf jaar, die in het nationale recht bij wet nr. 2008-561 van 17 juni 2008 in artikel 2224 van de Code civil is ingevoerd, voor de op de dag van de inwerkingtreding van deze wet nog niet ingetreden verjaringen in de plaats komen van de verjaringstermijn van vier jaar in de zin van verordening nr. 2988/95 krachtens de afwijking in artikel 3, lid 3, van deze verordening?