Diese Bestimmung, die zuletzt durch Artikel 42 Nr. 5 des durch das Gesetz vom 26. Juni 2002 bestätigten königlichen Erlasses vom 13. Juli 2001 (Absatz 1) und durch Artikel 11 des Gesetzes vom 4. Mai 1999 (Absätze 2 und 3) abgeändert wurde, lautet folgendermassen:
Die bepaling, zoals laatst gewijzigd bij artikel 42, 5°, van het koninklijk besluit van 13 juli 2001, bekrachtigd bij de wet van 26 juni 2002 (eerste lid), en bij artikel 11 van de wet van 4 mei 1999 (tweede en derde lid), luidt :