Vertaling van "junglandwirten in benachteiligten " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Programm für den Austausch von Junglandwirten | PEJA [Abbr.]
uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers | PEJA [Abbr.]

Maßnahmen zur Förderung der Niederlassung von Junglandwirten/Junglandwirtinnen
maatregelen om de vestiging van jonge landbouwers(m/v)te bevorderen

Gemeinschaftsprogramm zur wirtschaftlichen und sozialen Eingliederung der benachteiligten Personengruppen | Armut 3 [Abbr.]
communautair actieprogramma betreffende de economische en maatschappelijke integratie van kansarmen | Armoede 3 [Abbr.]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Derartige Beihilfen werden bis zu einem Satz von 60 % des Betrags der förderfähigen Investitionen von Junglandwirten in benachteiligten Gebieten oder Gebieten gemäß Artikel 36 Absatz a Ziffern i, ii und iii der Verordnung (EG) Nr. 1698/2005 und bis zu 50 % der förderfähigen Investitionen von Junglandwirten in anderen Gebieten genehmigt.
Dergelijke steun wordt toegestaan tot 60 % van het bedrag van de subsidiabele investeringen die jonge landbouwers doen in probleemgebieden of in de in artikel 36, onder a), punten i), ii) en iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde gebieden, en tot 50 % van de subsidiabele investeringen die jonge landbouwers in andere gebieden doen.

60 % der zuschussfähigen Investitionen in benachteiligten Gebieten oder in den in Artikel 36 Buchstabe a Ziffern i, ii und iii der Verordnung (EG) Nr. 1698/2005 genannten und von den Mitgliedstaaten gemäß den Artikeln 50 und 94 derselben Verordnung ausgewiesenen Gebieten und 50 % in anderen Gebieten, sofern es sich um Investitionen handelt, die von Junglandwirten innerhalb von fünf Jahren nach ihrer Niederlassung getätigt werden.
60 % van de in aanmerking komende investeringen in probleemgebieden of in de in artikel 36, onder a), i), ii) en iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde gebieden die door de lidstaten zijn aangewezen overeenkomstig de artikelen 50 en 94 van die verordening, en 50 % in andere gebieden indien de investeringen worden gedaan door jonge landbouwers binnen vijf jaar na vestiging.

19. weist darauf hin, dass es im Hinblick auf das Ziel, die Verödung der benachteiligten landwirtschaftlichen Gebiete zu verhindern und damit das Ziel des territorialen Zusammenhalts der Europäischen Union besonders wichtig ist, die Niederlassung von Junglandwirten in Gebieten mit ständigen naturbedingten Nachteilen wie Inseln und Berggebieten zu fördern, wo die Kosten für die Erschließung, die Errichtung der Gebäude und den Zugang höher sind und wo häufig eine Diversifizierung der Tätigkeiten notwendig ist, um eine ausreichende Rentabilitätsschwelle zu erreichen;
19. wijst erop dat het, om de ontvolking van benadeelde landbouwgebieden tegen te gaan en zo de doelstelling van territoriale samenhang binnen de Unie te handhaven, van buitengewoon belang is om de vestiging van jonge landbouwers te bevorderen in gebieden met een permanente natuurlijke handicap, zoals eilanden en berggebieden, waar de kosten voor ontwikkeling, gebouwen en toegankelijkheid hoger liggen en waar de activiteiten vaak moeten worden gediversifieerd om voldoende levensvatbaar te zijn;

19. weist darauf hin, dass es im Hinblick auf das Ziel, die Verödung der benachteiligten landwirtschaftlichen Gebiete zu verhindern und damit das Ziel des territorialen Zusammenhalts der Union besonders wichtig ist, die Niederlassung von Junglandwirten in Gebieten mit ständigen naturbedingten Nachteilen wie Inseln und Berggebieten zu fördern, wo die Kosten für die Erschließung, die Errichtung der Gebäude und den Zugang höher sind und wo häufig eine Diversifizierung der Tätigkeiten notwendig ist, um eine ausreichende Rentabilitätsschwelle zu erreichen;
19. wijst erop dat het, om de ontvolking van benadeelde landbouwgebieden tegen te gaan en zo de doelstelling van territoriale samenhang binnen de Unie te handhaven, van buitengewoon belang is om de vestiging van jonge landbouwers te bevorderen in gebieden met een permanente natuurlijke handicap, zoals eilanden en berggebieden, waar de kosten voor ruimtelijke ordening, gebouwen en toegankelijkheid hoger liggen en waar de activiteiten vaak moeten worden gediversifieerd om voldoende levensvatbaar te zijn;

Bei Junglandwirten in benachteiligten Gebieten bis zum fünften Jahr nach der Niederlassung darf die Beihilfe höchstens 60 % und in den übrigen Gebieten höchstens 50 % der zuschussfähigen Investitionskosten betragen
Voor jonge landbouwers mag de steunintensiteit in de eerste vijf jaar na vestiging niet hoger liggen dan 60 % van de subsidiabele investeringen in probleemgebieden en dan 50 % daarvan in andere gebieden

Die Obergrenzen für die Beihilfeintensität in den bulgarischen und rumänischen Bergregionen sollten ab 1. Januar 2004 an diejenigen angeglichen werden, die gemäß Artikel 33l Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 1257/1999 in den benachteiligten Gebieten der am 1. Mai 2004 der Union beigetretenen Länder für Investitionen in landwirtschaftlichen Betrieben und für derartige von Junglandwirten getätigte Investitionen gelten.
De maximale steunintensiteiten in de berggebieden van Bulgarije en Roemenië dienen met ingang van 1 januari 2004 te worden gelijkgetrokken met die welke overeenkomstig artikel 33 terdecies, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 in de probleemgebieden van de op 1 mei 2004 tot de Europese Unie toegetreden landen zullen gelden voor investeringen in landbouwbedrijven en voor dergelijke investeringen door jonge landbouwers.

"Werden Investitionen von Junglandwirten im Sinne des Kapitels II getätigt, so können diese Prozentsätze über einen Zeitraum von höchstens fünf Jahren ab der Niederlassung bis maximal 50 % und in den benachteiligten Gebieten bis maximal 60 % betragen.
"Indien het gaat om investeringen door jonge boeren, in de zin van Hoofdstuk II, mogen deze percentages gedurende een periode van maximaal vijf jaar vanaf de vestiging maximaal 50 % en in de probleemgebieden maximaal 60 % bedragen.

Werden Investitionen von Junglandwirten im Sinne des Kapitels II getätigt, so können diese Prozentsätze bis maximal 45 % und in den benachteiligten Gebieten bis maximal 55 % betragen.
Indien het gaat om investeringen door jonge boeren in de zin van hoofdstuk II, mogen deze percentages maximaal 45 % en in de probleemgebieden maximaal 55 % bedragen.