Traduction de «juli 2010 dann » (Allemand → Néerlandais) :

Kann Artikel 7 § 1 der Grundlagenordonnanz vom 28. Januar 2010 über die Stadterneuerung dahin ausgelegt werden, dass ' der Erlass der Regierung zur Genehmigung des Programms ' als Enteignungsermächtigung gilt, und zwar auch dann, wenn dieser Erlass nicht ausdrücklich zur Enteignung ermächtigt, ohne dass dem Regionalgesetzgeber eine Zuständigkeit erteilt wird, die Artikel 38 des Sondergesetzes vom 12. Januar 1989 über die Brüsseler Institutionen und Artikel 79 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 1 des Gesetzes vom 26. Juli 1962 über das Dringlichkeitsverfahren in Sachen Enteignung zum Nutzen der Allgemeinheit, der Regionalregierung vorbehalten?
Kan artikel 7, § 1, van de ordonnantie van 28 januari 2010 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering zo worden geïnterpreteerd dat ' het besluit van de Regering ter goedkeuring van het programma ' geldt als een toestemming om te onteigenen, ook al staat dat besluit de onteigening niet uitdrukkelijk toe, zonder aan de gewestwetgever een bevoegdheid toe te kennen die artikel 38 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen en artikel 79 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 1 van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte, voorbehouden aan de gewestregering ?

Die erste Vorabentscheidungsfrage lautet wie folgt: « Kann Artikel 7 § 1 der Grundlagenordonnanz vom 28. Januar 2010 über die Stadterneuerung dahin ausgelegt werden, dass ' der Erlass der Regierung zur Genehmigung des Programms ' als Enteignungsermächtigung gilt, und zwar auch dann, wenn dieser Erlass nicht ausdrücklich zur Enteignung ermächtigt, ohne dass dem Regionalgesetzgeber eine Zuständigkeit erteilt wird, die Artikel 38 des Sondergesetzes vom 12. Januar 1989 über die Brüsseler Institutionen und Artikel 79 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 1 des Gesetzes vom 26. Juli 1962 über das Dringlichkeitsverfahren in Sachen Enteignung zum Nutzen der Allgemeinheit, der Regionalregierung vorbehalten haben?
De eerste prejudiciële vraag is als volgt geformuleerd : « Kan artikel 7, § 1, van de ordonnantie van 28 januari 2010 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering zo worden geïnterpreteerd dat ' het besluit van de Regering ter goedkeuring van het programma ' geldt als een toestemming om te onteigenen, ook al staat dat besluit de onteigening niet uitdrukkelijk toe, zonder aan de gewestwetgever een bevoegdheid toe te kennen die artikel 38 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen en artikel 79 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 1 van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte, voorbehouden aan de gewestregering ?

Wenn wir wollen, dass die Experten die Ergebnisse dieser Tests akzeptieren, dann müssen wir die Oberflächlichkeit und die Inkohärenz, durch die sich die Bankentests von Juli 2010 auszeichneten, verhindern.
Als we willen dat de resultaten van deze tests voor experts aanvaardbaar zijn, dan moeten we ervoor zorgen dat deze nieuwe tests niet zo oppervlakkig en inconsistent zijn als de tests voor het bankwezen van juli 2010.

Geboren 1963; Doktor der Rechtswissenschaften (Universität Zagreb, 1995); LL.M (Universtity of Michigan Law School, 1992); Fulbright Fellow und Visiting Scholar an der Harvard Law School (2001-2002); seit 1987 zunächst wissenschaftlicher Mitarbeiter, dann Professor an der rechtswissenschaftlichen Fakultät Zagreb; Inhaber des Jean Monnet-Lehrstuhls seit 2006 und Inhaber des Jean Monnet-Lehrstuhls ad personam seit 2011; Gastprofessor an der Cornell Law School (2012); Mitglied der kroatischen Kommission für die Verfassungsreform, Vorsitzender der Arbeitsgruppe über den Beitritt zur Union (2009-2010); Mitglied des kroatischen Verhandlungsteams für den Beitritt Kroatiens zur Union (2006-2011); Autor zahlreicher Publikationen; Richter am Gerichtshof seit dem 4. Juli 2013.
geboren in 1963; afgestudeerd aan de universiteit van Zagreb (licentiaat in 1986, maîtrise in 1991 en doctoraat in 1995); L.L.M. van de University of Michigan Law School (1992); Fulbright Fellow en Visiting Scholar aan de Harvard Law School (2001-2002); gasthoogleraar aan de Cornell Law School (2012); adjunct-hoogleraar en eerste adjunct-hoogleraar (1987-1998); docent (1998-2001) en hoogleraar (1999-2013) aan de rechtenfaculteit van de universiteit van Zagreb; bekleder van de Jean Monnet-leerstoel en bekleder van de Jean Monnet-leerstoel ad personam (2006-2013); lid van de Kroatische commissie voor grondwetsherziening, voorzitter van de werkgroep toetreding tot de Europese Unie (2009-2010); lid van het Kroatisch team dat de onderhandelingen over de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie heeft gevoerd (2006-2011); auteur van verscheidene publicaties.

Der Rat wird die Empfehlung dann auf seiner nächsten Tagung am 13. Juli 2010 förmlich annehmen.
De Raad zal vervolgens de aanbeveling formeel aannemen tijdens de volgende zitting op 13 juli.

Die derzeitigen Höchstpreise von 0,46 € für im Ausland getätigte Anrufe und 0,22 € für im Ausland angenommene Anrufe werden am 1. Juli 2009 auf 0,43 € für ausgehende und 0,19 € für eingehende Anrufe gesenkt, dann ab 1. Juli 2010 auf 0,39 € und 0,15 € und schließlich am 1. Juli 2011 auf 0,35 € und 0,11 € (jeweils pro Minute, ohne MwSt.);
Deze prijzen, die nu 0,46 euro voor oproepen en 0,22 euro voor ontvangen gesprekken bedragen, zullen vanaf 1 juli 2009 dalen tot 0,43 euro voor oproepen en 0,19 euro voor ontvangen gesprekken, vanaf 1 juli 2010 tot 0,39 euro en 0,15 euro, en vanaf 1 juli 2011 tot 0,35 euro en 0,11 euro (prijzen per minuut, exclusief btw).

Die derzeitigen Höchstpreise von 0,46 € für im Ausland getätigte Anrufe und 0,22 € für im Ausland angenommene Anrufe werden am 1. Juli 2009 auf 0,43 € für ausgehende und 0,19 € für eingehende Anrufe gesenkt, dann ab Juli 2010 auf 0,39 € und 0,15 € und schließlich am 1. Juli 2011 auf 0,35 € und 0,11 € (jeweils pro Minute, ohne MwSt.). die Einführung des Grundsatzes der sekundengenauen Abrechnung nach den ersten 30 Sekunden für alle ausgehenden und ab der ersten Sekunde für alle eingehenden Roaminganrufe.
Deze prijzen, die nu 0,46 euro voor oproepen en 0,22 euro voor ontvangen gesprekken bedragen, zullen vanaf 1 juli 2009 dalen tot 0,43 euro voor oproepen en 0,19 euro voor ontvangen gesprekken, vanaf 1 juli 2010 tot 0,39 euro en 0,15 euro, en vanaf 1 juli 2011 tot 0,35 euro en 0,11 euro (prijzen per minuut, exclusief btw).

Außerdem muss eine Ursprungsangabe für importiertes Geflügelfleisch gemacht werden, und ab 1. Juli 2010 muss der Ursprung von vorverpackten Lebensmitteln, die als biologisch hergestellt gekennzeichnet sind, bei einem EU-Produkt angegeben werden (und bei importierten Produkten dann, wenn das Gemeinschafts-Logo verwendet wird).
Daarnaast moet een oorsprongsaanduiding worden getoond voor geïmporteerd pluimveevlees en per 1 juli 2010 moet de oorsprong van voorverpakte levensmiddelen uit de EU met een ecologisch keurmerk (en op geïmporteerde producten als het logo van de Gemeenschap wordt gebruikt) worden vermeld.

(1) Die Verordnung (EG) Nr. 1407/2002 des Rates vom 23. Juli 2002 über staatliche Beihilfen für den Steinkohlenbergbau tritt am 31. Dezember 2010 außer Kraft und in Ermangelung eines neuen Rechtsrahmens, der nach diesem Zeitpunkt bestimmte Arten staatlicher Beihilfen für die Kohleindustrie zulässt, werden die Mitgliedstaaten dann nur noch in der Lage sein, auf der Grundlage der allgemeinen Beihilfevorschriften tätig werden, die für alle Wirtschaftszweige gelten.
(1) Verordening (EG) nr. 1407/2002 van de Raad van 23 juli 2002 betreffende staatssteun voor de kolenindustrie loopt op 31 december 2010 af en bij gebrek aan een nieuw juridisch kader dat voorziet in bepaalde specifieke vormen van staatssteun voor de kolenindustrie, kunnen lidstaten na die datum alleen steun verlenen binnen de grenzen van de voor alle sectoren geldende algemene regels voor staatssteun.

Ab 1. Juli 2005 sollen alle neuen Fahrzeugtypen diese Anforderungen erfüllen, ab dem 1. Juli 2010 dann 80% der Neufahrzeuge und bis 2012 100% aller Neufahrzeuge.
Deze maatregelen zullen vanaf 1 juli 2005 gelden voor alle nieuwe voertuigtypen, vanaf juli 2010 voor 80% van alle nieuwe voertuigen, en vanaf 2012 voor alle nieuwe voertuigen.