In de parlementaire voorbereiding van de (bij
zondere) wet van 21 juli 1971 betreffende de bevoegdheid en de werking van de Cultuurraden voor de Nederlandse cultuurgemeenschap en voor de Franse cultuurgemeenschap (waarvan artikel 2, eerste lid, 9°, die aangelegenheden beoogde met dezelfde bewoordingen als artikel 4, 9°, van de voormelde
bijzondere wet van 1980) wordt aangegeven dat de wetgever de reglementering van weddenschappen heeft willen uitsluiten van de bevoegdheid van de gemeenschappen (Parl. St., Senaat, 1970-1971, nr. 400, p.
...[+++] 6).