10. fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, die zuständigen regionalen und lokalen Behörden und Akteure der Zivilgesellschaft von den frühesten Phasen der Verhandlungen über EU-Rechtsvorschriften und durch die Strukturfonds finanzierte Programme an einzubeziehen, um einen frühzeitigen Dialog zwischen den verschiedenen Verwaltungs- und Entscheidungsebenen zu ermöglichen; fordert, dass diese Körperschaften in den jeweiligen Entscheidungsgremien gleichberechtigt mit den nationalen Vertretern beteiligt sind;
10. verzoekt de lidstaten desbetreffende regionale en plaatselijke instanties en maatschappelijke organisaties vanaf de zeer vroege stadia van onderhandelingen over Uniewetgeving en over programma's die in aanmerking komen voor kredieten uit de structuurfondsen hierbij te betrekken om een tijdige dialoog mogelijk te maken tussen de verschillende lagen van bestuur; dringt erop aan dat deze instanties op voet van gelijkheid met de nationale vertegenwoordigers deel vormen van de verantwoordelijke besluitvormingsorganen;