(1) Bei Maßnahmen nach Artikel 6 hat der jeweilige Kontrollstaat gebührend darauf zu achten, dass die Sicherheit von Menschen auf See sowie des Schiffes und der Ladung nicht gefährdet wird und dass die kommerziellen und rechtlichen Interessen des Flaggenstaates sowie die kommerziellen Interessen von Dritten nicht beeinträchtigt werden.
1. Wanneer ter uitvoering van het vorige artikel een maatregel is genomen, houdt de optredende staat terdege rekening met de noodzaak de veiligheid van het leven op zee en de veiligheid van het schip of van de lading ervan niet in gevaar te brengen, en de handels- en juridische belangen van de vlaggenstaat alsook de handelsbelangen van derden niet te schaden.