Aus den Erwägungen der Verweisungsentscheidung und aus der Formulierung der präjudiziellen Frage geht hervor, dass sie sich ausschliesslich auf Artikel 55 § 2 Absätze 1 und 2 des Gesetzes vom 29. März 1962 über die Organisation der Raumordnung und Städteplanung, jetzt Artikel 53 § 2 Absätze 1 und 2 des am 22. Oktober 1996 koordinierten Dekrets der Flämischen Region über die Raumordnung bezieht.
Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing en uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat zij slechts betrekking heeft op artikel 55, § 2, eerste en tweede lid, van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, thans artikel 53, § 2, eerste en tweede lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996.