In ihrem Fortschrittsbericht zur Türkei von 2005 stellte die Kommission fest, dass zwar sowohl der Parlamentspräsident als auch Außenminister Gül erklärt hätten, der Hinweis, eine mögliche Ausdehnung der Hoheitsgewässer in der Ägäis wäre als „casus belli“ zu betrachten, könne fallen gelassen werden, jedoch seien seither keine weiteren Schritte unternommen worden.
In haar voortgangsverslag 2005 over Turkije zegt de Commissie dat weliswaar zowel de parlementsvoorzitter als minister Gül hebben aangegeven dat de verwijzing naar de “casus belli” met betrekking tot een eventuele uitbreiding van de territoriale wateren in de Egeïsche Zee zou kunnen worden geschrapt, maar dat hier vooralsnog geen vervolg aan is gegeven.
