Traduction de «jedoch physischen besitz desselben » (Allemand → Néerlandais) :

In der komplexen Lieferkette der Union kann es vorkommen, dass ein Arzneimittel den Eigentümer wechselt, dabei jedoch im physischen Besitz desselben Großhändlers verbleibt, oder dass ein Arzneimittel im Hoheitsgebiet eines Mitgliedstaats zwischen zwei Betriebsstätten, die demselben Großhändler oder derselben juristischen Person gehören, vertrieben wird, ohne dass ein Verkauf stattfindet.
In de ingewikkelde distributieketen van de Unie is het mogelijk dat een geneesmiddel van eigenaar verandert maar fysiek in het bezit van dezelfde groothandelaar blijft of dat een geneesmiddel op het grondgebied van een lidstaat wordt gedistribueerd tussen twee opslagplaatsen die tot dezelfde groothandelaar of dezelfde juridische entiteit behoren, zonder dat verkoop plaatsvindt.

(1) Sofern die Vertragsparteien hinsichtlich des Zeitpunkts der Lieferung nichts anderes vereinbart haben, liefert der Unternehmer die Waren, indem er den physischen Besitz an den Waren oder die Kontrolle über die Waren dem Verbraucher unverzüglich, jedoch nicht später als dreißig Tage nach Vertragsabschluss, überträgt.
1. Tenzij de partijen een ander tijdstip voor de levering zijn overeengekomen, levert de handelaar de goederen door het fysieke bezit van of de controle over de goederen onverwijld, doch in ieder geval niet later dan 30 dagen na de sluiting van de overeenkomst, over te dragen aan de consument.

Aufgrund von Artikel 5 desselben Erlasses konnten jedoch Mitglieder der Gemeindepolizei oder des Gendarmeriekorps, die im Besitz eines der Diplome oder einer der Studienbescheinigungen waren, die ordnungsgemäss unter denjenigen ausgestellt worden waren, die zur Aufnahme in einen Dienstgrad der Stufe 2 in den föderalen Verwaltungen berücksichtigt wurden, und wenigstens vier Jahr aktiven Dienst in ihrem Herkunftskorps aufwiesen, als Bewerber für den Dienstgrad eines Gerichtspolizeibeamten zugelassen werden.
Krachtens artikel 5 van datzelfde besluit konden de leden van de gemeentepolitie of van het rijkswachtkorps die houder zijn van een van de regelmatig uitgereikte diploma's of studiegetuigschriften die in aanmerking komen voor toelating tot een graad van niveau 2 in de federale besturen en die ten minste vier jaar actieve dienst hadden in hun oorspronkelijk korps, worden toegelaten als kandidaat voor de graad van gerechtelijk agent.

Aus der Begründung des Verweisungsurteils geht hervor, dass der Hof gefragt wird, ob Artikel XII. XI. 17 § 4 des königlichen Erlasses vom 30. März 2001 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem ein derzeitiges Personalmitglied des Einsatzkaders, das zum Zeitpunkt des Inkrafttretens des königlichen Erlasses vom 30. März 2001 im Besitz eines Diploms oder Studienzeugnisses sei, das Zugang zu einer Stelle der Stufe 1 in der Verwaltung gewähre, für das der Besitz eines solchen Diploms oder Studienzeugnisses jedoch keine Zulassungsbedingung gewesen sei, im Gegensatz zu den Personalmitgliedern, für die dies wohl de Fall gewesen sei, keinen Anspruch auf die in diesem Artikel erwähnte « finanzielle Dienstalterbonifikation » habe, sondern nur auf die in Artikel XII. VII. 14 desselben Erlasses geregelte « Gehaltstabellen-Dienstalterbonifikation ».
Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt gevraagd of artikel XII. XI. 17, § 4, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat een actueel personeelslid van het operationeel kader dat op het ogenblik van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 houder was van een diploma of getuigschrift dat toegang verleent tot een betrekking van niveau 1 bij de administratie, maar voor wie het bezit van een dergelijk diploma of studiegetuigschrift geen voorwaarde voor de toelating vormde, in tegenstelling tot het personeelslid voor wie dat wel het geval was, geen recht heeft op de in dat artikel bedoelde « geldelijke anciënniteitsbonificatie », maar enkel op de in artikel XII. VII. 14 van hetzelfde besluit geregelde « loonschaalanciënniteitsbonificatie ».

Die klagenden Parteien bemängeln, dass Artikel XII. VII. 16 desselben Erlasses nicht auf die Bediensteten der Gerichtspolizei Anwendung finde, die im Besitz eines der in der obenerwähnten Bestimmung angeführten Brevets seien, jedoch in die Gehaltstabelle M3.2 eingegliedert worden seien.
De verzoekende partijen verwijten artikel XII. VII. 16 van hetzelfde besluit dat het niet van toepassing is op de ambtenaren van de gerechtelijke politie die houder zijn van een van de brevetten vermeld in de voormelde bepaling, maar die worden ingeschaald in de loonschaal M3.2.