Wenn natürliche Lebensräume auf dem Gelände vor dem Abbau vorhanden sind, die für saure und arme Formationen typisch sind, ist es angebracht, die Bodenfläche auf einer bestimmten, noch festzulegenden Dicke (jedoch normalerweise immer unter 0,50 m) abzuschaben und diese Materialien für die Abdeckung eines Teils der Flächen nach Betriebsende zu benutzen (Steinbruchboden, Bermen, Böschungen).
Als voor zure en arme vormingen typerende natuurlijke omgevingen op de site vóór de winning aanwezig zijn, moet de oppervlakte van de bodem afgegraven worden over een te bepalen dikte (a priori kleiner dan 0,50 meter) en moeten deze materialen worden gebruikt voor de bedekking van een gedeelte van de oppervlakten aan het einde van de exploitatie (bodem van de groeve, bermen, taluds).
