Nach Darlegung der klagenden Parteien entspreche die Verteilung der in Artikel 10 des Gesetzes festgesetzten Kategorien jedoch nicht dieser Zielsetzung, da der Basiskader im Alter von 56 Jahren und nicht von 54 Jahren in den Genuss einer Pension gelangen könne und die Unteroffiziere, die ihrerseits mit 54 Jahren eine Pension erhielten, nicht nachteiligeren Berufsrisiken, sozialen Nachteilen und körperlichen Anforderungen unterlägen als die Bediensteten des Basiskaders.
Volgens de verzoekende partijen beantwoordt de verdeling van de bij artikel 10 van de wet bepaalde personeelscategorieën echter niet aan die doelstelling, aangezien het basiskader pas op de leeftijd van 56 jaar en niet van 54 jaar voor een pensioen in aanmerking kan komen en de lagere officieren, die daarentegen op de leeftijd van 54 jaar een pensioen kunnen genieten, niet zijn onderworpen aan meer ongunstige beroepsrisico's, sociale ongemakken of fysieke vereisten dan de agenten van het basiskader.