Vertaling van "jeder öffentlichen verwaltung " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Sitz der Verwaltung [ Sitz der öffentlichen Einrichtung | Sitz der öffentlich-rechlichen Anstalt | Standort der öffentlichen Einrichtung | Standort der öffentlichen Verwaltung | Standort der öffentlich-rechlichen Anstalt | Standortverlagerung der öffentlichen Einrichtung | Standortverlagerung der öffentlichen Verwaltung | Standortverlagerung der öffentlich-rechlichen Anstalt ]
zetel van de administratie [ plaats van vestiging van de openbare instelling | plaats van vestiging van het overheidsorgaan | plaats van vestiging van van de overheidsdienst | verhuizing van de openbare instelling | verhuizing van de overheidsdienst | verhuizing van het overheidsorgaan | zetel van de openbare instelling | zetel van het overheidsorgaan ]

Finanzreferent in der öffentlichen Verwaltung | Finanzreferent in der öffentlichen Verwaltung/Finanzreferentin in der öffentlichen Verwaltung | Finanzreferentin in der öffentlichen Verwaltung
boekhouder thesaurie | diensthoofd algemene thesaurie | financieel accountant | overheidsaccountant

Verwaltungskontrolle [ Kontrolle der öffentlichen Verwaltung ]
administratief toezicht [ overheidstoezicht ]

Stelle in der öffentlichen Verwaltung
betrekking in overheidsdienst

Akte der öffentlichen Verwaltung
overheidsstuk | overheidsstukken

Dienstleistungen der öffentlichen Verwaltung/kollektive Dienstleistungen
openbaar bestuur

Fachkräfte in der öffentlichen Verwaltung
Vakspecialisten bij de overheid

Fachkräfte in der öffentlichen Verwaltung, anderweitig nicht genannt
Vakspecialisten bij de overheid, niet elders geclassificeerd

Verwaltung der Öffentlichen Hygiene
Bestuur van de Volksgezondheid

Verwaltung der Öffentlichen Sicherheit
Bestuur van de Openbare Veiligheid

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Auf der Grundlage meiner bisherigen Erfahrung mit Prüfungen im öffentlichen Sektor sollte die Kultur der Wirtschaftlichkeit der Haushaltsführung in jeder öffentlichen Verwaltung mindestens die folgenden Merkmale aufweisen:
Op basis van mijn ervaring op het gebied van de controle van overheidsuitgaven ben ik van mening dat een cultuur van gezond financieel beheer binnen welke overheidsinstantie dan ook in ieder geval de volgende elementen dient te omvatten:

Mit diesem Aufruf wurde konkret das Ziel des Vorschlags der Kommission zur Änderung des Statuts der Beamten der Europäischen Union und der Beschäftigungsbedingungen für die sonstigen Bediensteten der Europäischen Union von 2011 bekräftigt, das darin bestand, für Kosteneffizienz zu sorgen, wobei festgestellt wurde, dass die Herausforderungen, vor denen die Europäische Union derzeit steht, von jeder öffentlichen Verwaltung und allen öffentlich Bediensteten eine Erhöhung der Effizienz und eine Anpassung an die sich wandelnden wirtschaftlichen und sozialen Gegebenheiten in Europa verlangen.
Hiermee trok de Raad in feite één lijn met de Commissie in haar voorstel van 2011 tot wijziging van het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie; met dit voorstel beoogde de Commissie immers kostenefficiëntie en erkende ze dat de uitdagingen waarmee de Europese Unie momenteel te maken heeft, een bijzondere inspanning vragen van alle overheidsdiensten en hun voltallige personeel om efficiënter te gaan werken en zich aan te passen aan de veranderende economische en sociale context.

Die ordnungsgemäße Verwaltung der öffentlichen Finanzen sollte ein grundlegendes Ziel jeder öffentlichen Verwaltung auf nationaler und europäischer Ebene sein.
Een gezond financieel beheer zou eigenlijk een hoofddoel moeten zijn van elke overheid, zowel op nationaal als op Europees niveau.

Sind die Art. 6 und 7 des Beschlusses Nr. 1/80 vom 19. September 1980 (3)„über die Entwicklung der Assoziation, der von dem durch das am 12. September 1963 in Ankara von der Republik Türkei einerseits und den Mitgliedstaaten der EWG und der Gemeinschaft andererseits unterzeichnete und im Namen der Gemeinschaft durch den Beschluss 64/732/EWG des Rates vom 23. Dezember 1963 geschlossene, gebilligte und bestätigte Abkommen zur Gründung einer Assoziation zwischen der Europäischen Wirtschaftsgemeinschaft und der Türkei errichteten Assoziationsrat erlassen wurde“, dahin auszulegen, dass die Begriffe „jeder von ihm gewählten Beschäftigung im Lohn- oder Gehaltsverhältnis“, „jeder von ihnen gewählten Beschäftigung im Lohn- oder Gehaltsverhältnis“ und „jedes Stellenangebot“ auch jede Beschäftigung in der öffentlichen Verwaltung umfassen, oder gelten für die Anwendung dieser Vorschriften die Beschränkungen im Sinne von Art. 45 Abs. 4 AEUV und Art 28 Abs. 4 EWR-Abkommen oder die Beschränkungen im Sinne von Art. 11 der Richtlinie 2003/109/EG entsprechend?
Moeten artikel 6 en artikel 7 van besluit nr. 1/80 (3) van 19 september 1980„betreffende de ontwikkeling van de associatie, vastgesteld door de Associatieraad die is ingesteld bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand is gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije, welke op 12 september 1963 te Ankara is ondertekend door de Republiek Turkije enerzijds en de lidstaten van de EEG en de Gemeenschap anderzijds, en die namens de Gemeenschap is gesloten, goedgekeurd en bevestigd bij besluit 64/732/EEG van de Raad van 23 december 1963” zo worden uitgelegd dat de termen „iedere arbeid in loondienst naar zijn keuze”, „iedere arbeid in loondienst te hunner keuze” en „ieder arbeidsaanbod” ook alle betrekkingen in overheidsdienst omvatten, of gelden voor de toepassing van deze bepalingen bij analogie de beperkingen bedoeld in artikel 45, lid 4, VWEU en artikel 28, lid 4, EER-overeenkomst of de beperkingen bedoeld in artikel 11 van richtlijn 2003/109/EG?

Ist Art. 7 des Beschlusses Nr. 1/80 dahin auszulegen, dass auch die Familienangehörigen eines türkischen Arbeitnehmers, die sämtliche Voraussetzungen dieser Vorschrift erfüllen, ungeachtet ihrer Staatsangehörigkeit Zugang zu jeder Beschäftigung in der öffentlichen Verwaltung haben, oder gelten für sie die Beschränkungen im Sinne von Art. 45 Abs. 4 AEUV und Art. 28 Abs. 4 EWR-Abkommen oder die Beschränkungen des Art. 11 der Richtlinie 2003/109/EG entsprechend?
Moet artikel 7 van besluit nr. 1/80 zo worden uitgelegd dat ook de gezinsleden van een Turkse werknemer die aan alle voorwaarden van die bepaling voldoen, ongeacht hun nationaliteit, toegang hebben tot alle betrekkingen in overheidsdienst, of gelden voor hen bij analogie de beperkingen bedoeld in artikel 45, lid 4, VWEU en artikel 28, lid 4, EER-overeenkomst of de beperkingen van artikel 11 van richtlijn 2003/109/EG?

4. „Behörde“: jeder Teil der öffentlichen Verwaltung eines Mitgliedstaats auf nationaler, regionaler oder kommunaler Ebene oder jede Einrichtung unabhängig von ihrer Rechtsform, die durch eine staatliche Maßnahme mit der Erbringung einer öffentlichen Dienstleistung unter der Kontrolle des Staates betraut und zu diesem Zweck mit besonderen Befugnissen ausgestattet wurde, die über jene hinausgehen, die bei Beziehungen zwischen Einzelpersonen üblicherweise gelten;
4. „overheidsinstantie”: elk onderdeel van de overheid van een lidstaat, op nationaal, regionaal of lokaal niveau, of elk orgaan dat, ongeacht zijn juridische vorm, krachtens een overheidsmaatregel is belast met het verlenen van een openbare dienst, onder toezicht van de overheid, en dat hiertoe over bijzondere, verder gaande bevoegdheden beschikt dan die welke voortvloeien uit de regels die in de betrekkingen tussen particulieren gelden;

Eine effiziente und erfolgreiche Wirtschaftlichkeit der Haushaltsführung jeder öffentlichen Verwaltung besteht darin, dass die öffentlichen Gelder unter Einhaltung der geltenden Rechtsvorschriften wirtschaftlich, effektiv und effizient (die sog. 3 E), unter Berücksichtigung des Umweltschutzaspekts (der auch als das vierte E betrachtet wird) eingesetzt werden.
Gezond financieel beheer in de openbare dienst betekent dat de overheidsgelden naast de naleving van de geldende rechtsregels op zuinige, doelmatige en doeltreffende wijze (de zgn. 3E), met inachtneming van milieuaspecten (wat ook wel als de vierde E wordt gezien) worden besteed.

127. weist darauf hin, dass im Rahmen einer solchen Analyse der Spielraum für Synergien und insbesondere Einsparungen – unter anderem über eine Umstrukturierung, eine weitere interinstitutionelle Zusammenarbeit, eine Überprüfung der Arbeitsmethoden und der Arbeitsplätze jeder Einrichtung und jedes Gremiums, eine bessere Trennung der Aufgaben von Institutionen und Agenturen, die mittel- und langfristigen finanziellen Auswirkungen der Immobilienpolitik, die Ruhegehaltssysteme und andere Bereiche, in denen die Vorschriften des Statuts des für die EU-Organe arbeitenden Personals gelten – untersucht werden sollte; glaubt, dass diese Analyse zeigen kann, dass es Spielraum für eine Senkung des Verwaltungshaushalts der EU insgesamt gibt, ohne die hohe Qualität, die Leistungsfähigkeit und die Attraktivität der öffentlichen Verwaltung der EU zu beeinträchtigen;
127. wijst erop dat bij een dergelijke analyse moet worden onderzocht hoeveel ruimte er is voor synergieën en, met name, besparingen, onder andere door herstructurering, verdere interinstitutionele samenwerking, herziening van de werkmethoden en de werklocatie van elke instelling en elk orgaan, betere afbakening van de taken van de instellingen en agentschappen, de financiële gevolgen voor de middellange en lange termijn van het gebouwenbeleid, de pensioenstelsels en andere statutaire bepalingen voor medewerkers van EU-instellingen; meent dat deze analyse kan tonen dat de totale administratieve begroting van de EU kan worden beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de hoge kwaliteit, de prestaties en de aantrekkelijkheid van het openbaar bestuur van de EU;

Aufgrund der großen Unterschiede beim kulturellen und demografischen Hintergrund, den institutionellen Strukturen und der Kapazität der öffentlichen Verwaltung sowie der Zivilgesellschaft hatte jeder Mitgliedstaat eine andere Ausgangssituation.
Door de zeer diverse culturele en demografische achtergronden, institutionele structuren en capaciteit van overheden en het maatschappelijk middenveld was de uitgangspositie voor ieder land heel verschillend.

So gesehen sind die wichtigsten Merkmale einer Kultur der Wirtschaftlichkeit der Haushaltsführung, abgesehen von der Einhaltung der Verfassung und der Rechtsvorschriften, in jeder öffentlichen Verwaltung meiner Auffassung nach folgende:
Binnen dit kader moeten de belangrijkste kenmerken van een cultuur van gezond financieel beheer in eender welke openbare dienst, bovenop de bepalingen van de grondwet, de wetten en voorschriften, de volgende zijn: