Traduction de «jeder person verliehen » (Allemand → Néerlandais) :

Ohne dass im vorliegenden Fall die Frage beantwortet werden muss, ob das Gesetz vom 11. April 1994 über die Öffentlichkeit der Verwaltung geltend gemacht werden kann, um Einsicht in die Gutachten des Prokurators des Königs und in den Vorschlag des Generalprokurators für ein Amt des ersten Staatsanwalts zu erhalten, stellt der Hof fest, dass das jeder Person, die ein Interesse nachweist, durch dieses Gesetz verliehene Recht auf Einsichtnahme nicht die gleichen Garantien bietet wie diejenigen, die in Artikel 259ter § 1 des Gerichtsgesetzbuches vorgesehen waren.
Zonder dat te dezen een antwoord dient te worden gegeven op de vraag of een beroep kan worden gedaan op de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur om inzage te verkrijgen van het advies van de procureur des Konings en van de voordracht van de procureur-generaal voor een ambt van eerste substituut, stelt het Hof vast dat het bij die wet aan elke belanghebbende verleende inzagerecht niet dezelfde waarborgen biedt als die waarin artikel 259ter , § 1, van het Gerechtelijk Wetboek voorzag.

Soweit der durch das Gesetz vom 6. April 1995 eingefügte Artikel 21bis § 3 bestimme, dass « niemand den Berufstitel eines Heilgymnasten tragen darf, wenn er nicht Inhaber der in § 1 genannten Anerkennung ist », und in Anbetracht der Tatsache, dass die besagte Anerkennung jeder Person verliehen werden könne, die die Ausbildung mit langer Studiendauer absolviert habe, sei keine Rechtfertigung für die Gewährung des Titels eines Lizentiaten an Nicht-Universitätsabsolventen ersichtlich.
In zoverre artikel 21bis, § 3, ingevoegd bij de wet van 6 april 1995, bepaalt dat « niemand [.] de beroepstitel van kinesitherapeut [mag] dragen die niet houder is van de in § 1 bedoelde erkenning », en gelet op het feit dat de genoemde erkenning kan worden toegekend aan elke persoon die de opleiding van het lange type heeft gevolgd, ziet men geen verantwoording voor de toekenning van de titel van licentiaat aan niet-universitairen.

Schliesslich sei die Massnahme insofern unverhältnismässig, als, da die in Artikel 2 § 3 des Gesetzes vom 6. April 1995 vorgeschriebene Anerkennung jeder Person erteilt werden könne, die die Ausbildung mit langer Studiendauer absolviert habe, der Titel eines Lizentiaten nicht notwendigerweise Nicht-Universitätsabsolventen verliehen werden müsste.
Ten slotte zou de maatregel onevenredig zijn in zoverre, vermits de in artikel 2, § 3, van de wet van 6 april 1995 vereiste erkenning kan worden afgegeven aan elke persoon die de opleiding van het lange type heeft gevolgd, de titel van licentiaat niet noodzakelijkerwijze moest worden verleend aan niet-universitairen.