(1) Jeder Mitgliedstaat wendet die innerstaatlichen Bestimmungen, die er aufgrund dieser Richtlinie erläßt, auf die in seinem Hoheitsgebiet niedergelassenen Zertifizierungsdiensteanbieter und deren Dienste an.
1. Elke lidstaat past de nationale bepalingen die hij krachtens deze richtlijn vaststelt toe ten aanzien van de op zijn grondgebied gevestigde certificatiedienstverleners en van de diensten die zij verrichten.