(1) Die Aufgabe jeder Anlaufstelle besteht darin, im Einklang mit den einschlägigen Vereinbarungen zwischen den Mitgliedstaaten und dem geltenden innerstaatlichen Recht auf Ersuchen alle verfügbaren Informationen, die für die in Artikel 1 Absatz 1 genannten Ermittlungen zu Völkermord, Verbrechen gegen die Menschlichkeit und Kriegsverbrechen von Belang sein können, zu erteilen bzw. die Zusammenarbeit mit den zuständigen einzelstaatlichen Behörden zu erleichtern.
1. De taak van elk aanspreekpunt bestaat erin op verzoek alle beschikbare informatie die in verband met de opsporing van de in artikel 1, lid 1, bedoelde genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven van belang kan zijn te verstrekken in overeenstemming met de desbetreffende regelingen tussen de lidstaten en de toepasselijke nationale wetgeving, dan wel de samenwerking met de bevoegde nationale autoriteiten te vergemakkelijken.
