Mit Ausnahme der Maßnahmen 1 (Mobilität) und 3 (Sprachenkompetenz) gemäß Abschnitt II müssen an jedem Projekt Partner aus mindestens drei teilnehmenden Ländern beteiligt sein, worunter mindestens ein Mitgliedstaat der Europäischen Union sein muß.
Met uitzondering van de maatregelen 1 ("mobiliteit") en 3 ("talenkennis") als omschreven in deel II, moeten bij elk voorstel partners uit ten minste drie deelnemende landen betrokken zijn, waarvan ten minste één lidstaat is van de Europese Unie.