a) Der Destillationsverlauf ist so zu wählen, daß bei Einsetzen des unregelmässigen Kochens (Stossens) etwa 150 ml Destillat ausgetrieben sind und in jedem Erlenmeyerkolben noch etwa 200 ml verbleiben.
a) De distillatiesnelheid moet zo zijn dat ongeveer 150 ml distillaat is opgevangen wanneer de inhoud onregelmatig begint te koken (stoten); het volume in elke erlenmeyer zal dan ongeveer 200 ml bedragen.