Im Ubrigen enthalten die Vorarbeiten zu dem angefochtenen Gesetz keinen Hinweis, der im Widerspruch zu denjenigen stehen würde, die in den Vorarbeiten zum Gesetz vom 2. Januar 2001 angeführt wurden und die der Hof sowohl in seinem Urteil Nr. 159/2001 (B.26) als auch in seinen Urteilen Nr. 40/2003 (B.20), Nr. 73/2004 (B.14.3) und Nr. 86/2005 (B.14.3) berücksichtigt hat.
Bovendien bevat de parlementaire voorbereiding van de aangevochten wet geen aanwijzing die strijdig is met diegene die worden vermeld in de parlementaire voorbereiding van de wet van 2 januari 2001 en die het Hof in overweging heeft genomen zowel in zijn arrest nr. 159/2001 (B.26) als in zijn arresten nr. 40/2003 (B.20), nr. 73/2004 (B.14.3) en nr. 86/2005 (B.14.3).