3. bekräftigt seine Sorge über die Menschenrechtslage in China; stellt fest, dass bezüglich der Situation in den vergangenen 15 Jahren zwar gewisse Fortschritte zu verzeichnen sind, dass aber noch substanzielle Entwicklungen vollzogen werden müssen, und vertritt die Auffassung, dass der Menschenrechtsdialog zwischen China und der Europäischen Union kohärent verbessert werden sollte;
3. geeft andermaal uiting aan zijn verontrusting over de mensenrechtensituatie in China; stelt vast dat de situatie de afgelopen 15 jaar enigszins is verbeterd maar dat vooruitgang van betekenis op zich laat wachten en is van mening dat de gedachtewisseling tussen China en de EU over mensenrechten op samenhangende wijze moet worden verbeterd;