Vertaling van "jahre 2003 sogar noch vordringlicher geworden " (Duits → Nederlands) :

A. in der Erwägung, dass die Umsetzung der Lissabon-Agenda aufgrund der enttäuschenden wirtschaftlichen Ergebnisse der EU-Wirtschaft im Jahre 2003 sogar noch vordringlicher geworden ist; in der Erwägung, dass diese Situation durch die Herausforderung der Erweiterung und die Unsicherheitsfaktoren im internationalen Wirtschaftsklima noch verschärft wird,
A. overwegende dat de teleurstellende economische prestaties van de economie van de EU in 2003 het nog dringender noodzakelijk maakt dat de agenda van Lissabon wordt voltooid; dat deze situatie wordt verergerd door de moeilijke taak van de uitbreiding en de onzekerheden in het internationale economische klimaat,

5. stellt fest, dass vor dem Beginn des im Frühjahr 2010 eingeleiteten EU-IWF-Hilfsprogramms eine doppelte Befürchtung im Zusammenhang mit der Zahlungsunfähigkeit und der fehlenden Tragfähigkeit der öffentlichen Finanzen Griechenlands infolge der ständig abnehmenden Wettbewerbsfähigkeit der griechischen Wirtschaft und der aufgrund der wenig effektiven Erhebung von Körperschaftsteuern seit Langem aus dem Ruder gelaufenen Finanzen bestand, und das öffentliche Defizit 2009 15,7 % des BIP erreichte, nachdem es 2007 noch bei -6,5% lag, und der am BIP gemessene Schuldenstand seit 2003, als er bei 97,4 % lag, kontinuierlich anstieg und 107,4 % im Jahr 2007, 129,7 % im Jahr 2009 und 156,9 % im Jahr 2012 erreichte; ist der Auffassung, dass die schwierige Situation Griechenlands auch auf die gefälschten Statistiken in den Jahren von Einrichtung des Programms zurückzuführen war; begrüßt das beherzte Handeln der griechischen Regierung, um diese Probleme vordringlich und wirksam anzugehen, auch durch die Einsetzung des unabhängigen Hellenischen Statistischen Amts im März 2010; weist darauf hin, dass sich die nach und nach aufgedeckten statistischen Betrügereien in Griechenland darauf ausgewirkt haben, dass Multiplikatoren, Prognosen und vorgeschlagene Maßnahmen neu angepasst werden mussten; erinnert daran, dass Eurostat (das Statistische Amt der Europäischen Union) dank der Beharrlichkeit des Europäischen Parlaments nun mit den Befugnissen und Mitteln ausgestattet ist, um eine solide Basis für zuverlässige und objektive Statistiken zu liefern;
5. merkt op dat er vóór de aanvang van het door de EU en het IMF opgezette bijstandsprogramma, dat in het voorjaar van 2010 van start ging, sprake was van een tweeledig risico ten aanzien van de „insolventie” en de „onhoudbaarheid” van de Griekse overheidsfinanciën, die voortvloeiden uit de stelselmatig verslechterende concurrentiepositie van de Griekse economie en een langdurig budgettair wanbeleid, waarbij er de facto slechts heel weinig bedrijfsbelastingen werden geïnd en het overheidstekort in 2009 opliep tot 15,7% van het bbp, terwijl er in 2007 nog een overschot was van 6,5%, en de schuldquote sinds 2003 – toen zij nog op 97,4% stond – steeds verder opliep, en steeg tot 107,4% in 2007, 129,7% in 2009 en 156,9% in 2012; is van mening dat de problematische situatie in Griekenland ook te wijten was aan statistische fraude in de jaren die aan de invoering van het programma voorafgingen; is ingenomen met het daadkrachtige optreden van de Griekse regering om deze problemen met spoed en doeltreffend aan te pakken, onder meer door de oprichting van het onafhankelijke Griekse centraal bureau voor de statistiek in maart 2010; merkt op dat het geleidelijk blootleggen van de statistische fraude in Griekenland ook tot gevolg had dat de gebezigde berekeningsmethoden en prognoses en de voorgestelde maatregelen moesten worden bijgesteld; herinnert eraan dat Eurostat (het Bureau voor de statistiek van de Europese Unie) op aandringen van het Europees Parlement bevoegdheden en middelen heeft gekregen om een solide basis voor betrouwbare en objectieve statistieken te leggen;

« Verstößt Artikel 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 6. Februar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates oder der Provinzen, der Artikel 100 Absatz 1 Nr. 1 der durch den königlichen Erlass vom 17. Juli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung geworden ist, sowie die Ubergangsregelung des Gesetzes vom 22. Mai 2003, gegen die Artikel 10, 11 und 16 der Verfassung, unter anderem im Lichte von Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention, indem er für Schadensersatzklagen aufgrund der außervertraglichen Haftung der Behörden wegen eines Fehlers, der von einem ihrer Organe oder Angestellten begangen wurde, nur eine Verjährungsfrist von fünf Jahren vorsieht, die am 1. Januar des Haushaltsjahres, in dem die Schuldforderung entstanden ist, anfängt, während die Verjährungsfrist für außervertragliche Klagen des Staates zum Zeitpunkt der Begehung des Fehlers dreißig Jahre betrug (wobei der Staat nach dem Inkrafttreten des Verjährungsgesetzes vom 10. Juni 1998 in den Fällen, wo ihm der Schaden und die Identität des Haftenden bekannt waren, zur Klageerhebung noch über eine Frist von fünf Jahren ab dem Inkrafttreten dieses Gesetzes verfügte)?
« Schendt artikel 1, eerste lid, van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van de schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de Provinciën, dat artikel 100, eerste lid 1° van de Wet op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 17 juli 1991 is geworden, en de overgangsregeling van de wet van 22 mei 2003, de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet mede in het licht van artikel 6 EVRM en artikel 1, eerste Protocol bij het EVRM doordat het voor vorderingen tot schadevergoeding op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid van de overheid wegens de onrechtmatige daad van een orgaan of aangestelde van de overheid slechts voorziet in een verjaringstermijn van vijf jaar die een aanvang neemt op 1 januari van het begrotingsjaar waarin de schuldvordering is ontstaan, terwijl de verjaringstermijn voor buitencontractuele vorderingen van de Staat, ten tijde van de onrechtmatige daad, dertig jaar bedroeg (met dien verstande dat, na de inwerkingtreding van de verjaringswet van 10 juni 1998, in gevallen waar de Staat kennis had van de schade en de identiteit van de aansprakelijke, de Staat nog over een termijn van vijf jaar beschikte vanaf de inwerkingtreding van deze wet om haar vordering in te stellen) ?

« Verstösst Artikel 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 6hhhhqFebruar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates oder der Provinzen, der Artikel 100 Absatz 1 Nr. 1 der durch den königlichen Erlass vom 17hhhhqJuli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung geworden ist, sowie die Ubergangsregelung des Gesetzes vom 22hhhhqMai 2003, gegen die Artikel 10, 11 und 16 der Verfassung, unter anderem im Lichte von Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention, indem er für Schadensersatzklagen aufgrund der ausservertraglichen Haftung der Behörden wegen eines Fehlers, der von einem ihrer Organe oder Angestellten begangen wurde, nur eine Verjährungsfrist von fünf Jahren vorsieht, die am 1hhhhqJanuar des Haushaltsjahres, in dem die Schuldforderung entstanden ist, anfängt, während die Verjährungsfrist für ausservertragliche Klagen des Staates zum Zeitpunkt der Begehung des Fehlers dreissig Jahre betrug (wobei der Staat nach dem Inkrafttreten des Verjährungsgesetzes vom 10hhhhqJuni 1998 in den Fällen, wo ihm der Schaden und die Identität des Haftenden bekannt waren, zur Klageerhebung noch über eine Frist von fünf Jahren ab dem Inkrafttreten dieses Gesetzes verfügte)?
« Schendt artikel 1, eerste lid, van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van de schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de Provinciën, dat artikel 100, eerste lid 1° van de Wet op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 17 juli 1991 is geworden, en de overgangsregeling van de wet van 22 mei 2003, de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet mede in het licht van artikel 6 EVRM en artikel 1, eerste Protocol bij het EVRM doordat het voor vorderingen tot schadevergoeding op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid van de overheid wegens de onrechtmatige daad van een orgaan of aangestelde van de overheid slechts voorziet in een verjaringstermijn van vijf jaar die een aanvang neemt op 1 januari van het begrotingsjaar waarin de schuldvordering is ontstaan, terwijl de verjaringstermijn voor buitencontractuele vorderingen van de Staat, ten tijde van de onrechtmatige daad, dertig jaar bedroeg (met dien verstande dat, na de inwerkingtreding van de verjaringswet van 10 juni 1998, in gevallen waar de Staat kennis had van de schade en de identiteit van de aansprakelijke, de Staat nog over een termijn van vijf jaar beschikte vanaf de inwerkingtreding van deze wet om haar vordering in te stellen) ?

Die wirtschaftliche Situation in Europa hat jedoch dazu geführt, dass das, was vor einem Jahr noch unmöglich war, nun möglich geworden ist und dass dies sogar von der Mehrheit der Mitgliedstaaten unterstützt wird.
Maar de economische situatie in Europa maakte dat wat nog maar een jaar geleden onmogelijk was, nu wel haalbaar is, en dat de meerderheid van de lidstaten hier zelfs achter staat.

A. in der Erwägung, dass die Umsetzung der Lissabon-Agenda aufgrund der enttäuschenden wirtschaftlichen Ergebnisse der europäischen Wirtschaft im Jahre 2003 noch vordringlicher geworden ist und diese Situation durch die Herausforderung der Erweiterung und die Unsicherheitsfaktoren im internationalen Wirtschaftsklima weiter verschärft wird,
A. overwegende dat de teleurstellende economische prestaties van de Europese economie in 2003 voltooiing van de Lissabon-agenda nog noodzakelijker maken; dat deze situatie nog wordt verergerd door de moeilijke taak van de uitbreiding en de onzekerheden van het internationale economische klimaat,

A. in der Erwägung, dass die Umsetzung der Lissabon-Agenda aufgrund der enttäuschenden wirtschaftlichen Ergebnisse der EU-Wirtschaft im Jahre 2003 noch vordringlicher geworden ist und diese Situation durch die Herausforderung der Erweiterung und die Unsicherheitsfaktoren im internationalen Wirtschaftsklima weiter verschärft wird,
A. overwegende dat de teleurstellende economische prestaties van de Europese economie in 2003 voltooiing van de Lissabon-agenda nog noodzakelijker maken; dat deze situatie nog wordt verergerd door de moeilijke taak van de uitbreiding en de onzekerheden van het internationale economische klimaat,

Außerdem scheint es im Fall Pickman so, dass i) keine Erhöhung der Kapazität als Folge des Umstrukturierungsplans vorgesehen ist; ii) das Personal des Unternehmens mit Kürzungen in bestimmten Werken und Investitionen in den Bereichen Vertrieb und EDV reorganisiert wurde; iii) die Größe Pickmans gering ist und es Beihilfe empfangen darf; iv) die Präsenz, die das Unternehmen im Markt haben kann, sehr gering ist und dies 2003 im Vergleich zu seinen Wettbewerbern sogar noch verstärkt der Fall war (siehe oben genannte Marktstudie), und schließlich v) Andalusien nach der Fördergebietskarte für Spanien für die Jahre 2000-2006 (15) eine NUTS-II-Region war und gemäß seinem weniger als 60 % des EU-Durchschnitts betragenden Pro-Kopf-BIP/KKS nach Artikel 87 Absatz 3 Buchstabe a EG Vertrag Beihilfe empfangen durfte.
Bovendien blijkt in het geval van Pickman dat i) het herstructureringsplan naar verwachting niet zal leiden tot een capaciteitsverhoging; ii) het personeel van de onderneming zal worden gereorganiseerd, waarbij in bepaalde fabrieken personeelsinkrimping zal plaatsvinden terwijl op commercieel gebied en in IT zal worden geïnvesteerd; iii) het een kleine onderneming is, wat betekent dat zij voor steun in aanmerking kan komen; iv) de potentiële aanwezigheid van de onderneming op de markt zeer beperkt is en in 2003 in vergelijking met haar concurrenten zelfs nog beperkter was (zie bovenvermelde marktstudie); en v) volgens de Spaanse regionale-steunkaart voor de periode 2000-2006 (15), Andalusië een NUTS II-gebied was en, op grond van zijn bbp/KKS per capita van minder dan 60 % in vergelijking met het communautaire gemiddelde onder artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag valt.

Weder aus den Vorarbeiten zum Gesetz vom 2. Januar 2001 noch aus den Vorarbeiten zu den Programmgesetzen vom 24. Dezember 2002 und vom 22. Dezember 2003 geht hervor, warum der Gesetzgeber die Bestimmungen über den Beitrag auf den Umsatz ersetzt hat, dies sogar für die vergangenen Jahre.
Noch uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 2 januari 2001, noch uit die van de programmawetten van 24 december 2002 en 22 december 2003 blijkt waarom de wetgever de bepalingen betreffende de heffing op de omzet, zelfs voor de voorgaande jaren, heeft vervangen.