Den klagenden Parteien zufolge ergebe sich aus den zwei vorgenannten Urteilen des Europäischen Gerichtshofes (vom 20. November 1995 und vom 3. Juli 1997), dass « der Richter souverän ist » und dass « niemand das Recht hat, sein Urteil irgendwie zu beeinflussen ».
Voor de verzoekende partijen volgt uit de beide voormelde arresten van het Europees Hof (van 20 november 1995 en 3 juli 1997) dat « de rechter soeverein is » en dat « niemand het recht heeft zijn oordeel in een bepaalde richting te sturen ».