Vertaling van "iranische parlament erneut " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

erneute Befassung des Parlaments
hernieuwde voorlegging aan het Parlement

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

32. fordert die iranische Regierung dringend auf, die Rechte der Frauen zu verbessern und die wesentliche Rolle, die Frauen in der Gesellschaft spielen, anzuerkennen; fordert die iranische Regierung ferner auf, den Verpflichtungen des Iran im Rahmen des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte nachzukommen; fordert das iranische Parlament erneut auf, Rechtsvorschriften zu erlassen, mit denen die grausame und unmenschliche Praxis der Steinigung für rechtswidrig erklärt wird; fordert die Hohe Vertreterin auf, besonderes Augenmerk auf die Rechte der Frauen im Iran zu richten und den Fall von Sakineh Mohammadi Ashtiani und von Zahra Bahrami bei den iranischen Behörden zur Sprache zu bringen;
32. dringt er bij de Iraanse regering op aan de rechten van vrouwen te verbeteren en zo de essentiële rol van vrouwen binnen de samenleving te erkennen, en om de toezeggingen van Iran in het kader van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten gestand te doen; herhaalt zijn verzoek aan het Iraanse parlement onmiddellijk wetgeving goed te keuren die de wrede en onmenselijke praktijk van steniging verbiedt; verzoekt hoge vertegenwoordiger Ashton bijzondere aandacht te besteden aan de rechten van vrouwen in Iran, en de zaken Sakineh Mohammadi Ashtiani en Zahra Bahrami bij de Iraanse autoriteiten aan de orde te stellen;

31. fordert die iranische Regierung dringend auf, die Rechte der Frauen zu verbessern und die wesentliche Rolle, die Frauen in der Gesellschaft spielen, anzuerkennen; fordert die iranische Regierung ferner auf, den Verpflichtungen des Iran im Rahmen des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte nachzukommen; fordert das iranische Parlament erneut auf, Rechtsvorschriften zu erlassen, mit denen die grausame und unmenschliche Praxis der Steinigung für rechtswidrig erklärt wird; fordert die Hohe Vertreterin auf, besonderes Augenmerk auf die Rechte der Frauen im Iran zu richten und den Fall von Sakineh Mohammadi Ashtiani und von Zahra Bahrami bei den iranischen Behörden zur Sprache zu bringen;
31. dringt er bij de Iraanse regering op aan de rechten van vrouwen te verbeteren en zo de essentiële rol van vrouwen binnen de samenleving te erkennen, en om de toezeggingen van Iran in het kader van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten gestand te doen; herhaalt zijn verzoek aan het Iraanse parlement onmiddellijk wetgeving goed te keuren die de wrede en onmenselijke praktijk van steniging verbiedt; verzoekt hoge vertegenwoordiger Ashton bijzondere aandacht te besteden aan de rechten van vrouwen in Iran, en de zaken Sakineh Mohammadi Ashtiani en Zahra Bahrami bij de Iraanse autoriteiten aan de orde te stellen;

24. bedauert die Tatsache, dass im Widerspruch zur Verfassung Angehörige religiöser Minderheiten Diskriminierungen im Wohnungs- und Bildungswesen und auf dem regulären Beschäftigungssektor erdulden müssen, was junge Mitglieder dieser Minderheiten veranlasst, sich für die Auswanderung zu entscheiden; verurteilt insbesondere die systematische Verfolgung der Bahai-Gemeinde, die Verhaftungswelle von Christen im Jahr 2009 und die Schikanierung religiöser Dissidenten, Konvertierter sowie der Sufis und der Sunniten; fordert erneut die Freilassung der sieben führenden Vertreter der Bahai und ruft das iranische Parlament auf, die Rechtsvorschriften des Iran dahingehend zu ändern, dass sichergestellt ist, dass alle Mitglieder unterschiedlicher Glaubensrichtungen im Iran – gleichgültig, ob sie in der Verfassung anerkannt sind oder nicht – ihren Glauben ausüben können, ohne verfolgt zu werden, und ihnen nach dem Gesetz und in der Praxis gleiche Rechte garantiert werden;
24. betreurt het feit dat leden van religieuze minderheden gediscrimineerd worden – hoewel de grondwet dit verbiedt – waar het gaat om huisvesting, onderwijs en overheidsbanen, hetgeen jonge mensen die tot deze minderheden behoren, ertoe aanzet voor emigratie te kiezen; veroordeelt met name de systematische vervolging van de Baha'i-gemeenschap, de golf van arrestaties onder christenen in 2009 en de intimidatie van religieuze dissidenten, bekeerlingen, soefi's en soennieten; herhaalt zijn oproep voor de vrijlating van zeven baha'i-leiders en doet een beroep op het Iraanse parlement om de Iraanse wetgeving te wijzigen, zodat alle aanhangers van de diverse geloofsovertuigingen in Iran – of deze nu wel of niet in de grondwet worden erkend – hun geloof kunnen belijden zonder te worden vervolgd, en voor de wet en in de praktijk gelijke rechten genieten;

23. bedauert die Tatsache, dass im Widerspruch zur Verfassung Angehörige religiöser Minderheiten Diskriminierungen im Wohnungs- und Bildungswesen und auf dem regulären Beschäftigungssektor erdulden müssen, was junge Mitglieder dieser Minderheiten veranlasst, sich für die Auswanderung zu entscheiden; verurteilt insbesondere die systematische Verfolgung der Bahai-Gemeinde, die Verhaftungswelle von Christen im Jahr 2009 und die Schikanierung religiöser Dissidenten, Konvertierter sowie der Sufis und der Sunniten; fordert erneut die Freilassung der sieben führenden Vertreter der Bahai und ruft das iranische Parlament auf, die Rechtsvorschriften des Iran dahingehend zu ändern, dass sichergestellt ist, dass alle Mitglieder unterschiedlicher Glaubensrichtungen im Iran – gleichgültig, ob sie in der Verfassung anerkannt sind oder nicht – ihren Glauben ausüben können, ohne verfolgt zu werden, und ihnen nach dem Gesetz und in der Praxis gleiche Rechte garantiert werden;
23. betreurt het feit dat leden van religieuze minderheden gediscrimineerd worden – hoewel de grondwet dit verbiedt – waar het gaat om huisvesting, onderwijs en overheidsbanen, hetgeen jonge mensen die tot deze minderheden behoren, ertoe aanzet voor emigratie te kiezen; veroordeelt met name de systematische vervolging van de Baha'i-gemeenschap, de golf van arrestaties onder christenen in 2009 en de intimidatie van religieuze dissidenten, bekeerlingen, soefi's en soennieten; herhaalt zijn oproep voor de vrijlating van zeven baha'i-leiders en doet een beroep op het Iraanse parlement om de Iraanse wetgeving te wijzigen, zodat alle aanhangers van de diverse geloofsovertuigingen in Iran – of deze nu wel of niet in de grondwet worden erkend – hun geloof kunnen belijden zonder te worden vervolgd, en voor de wet en in de praktijk gelijke rechten genieten;