5. fordert die Kommission und den Rat auf, im Rahmen der Beziehungen EU-Iran weiterhin den Nachdruck auf die Achtung der Menschenrechte und das Problem der Todesstrafe und der Steinigung zu legen, und stellt fest, dass ein künftiges Handels- und Kooperationsabkommen mit Iran eine Menschenrechtsklausel enthalten muss, die auf dem entsprechenden Artikel des Abkommens von Cotonou beruht; erinnert daran, dass kein Abkommen ohne seine Zustimmung in Kraft treten kann;
5. verzoekt de Commissie en de Raad in het kader van de betrekkingen tussen EU en Iran krachtig te blijven ijveren voor eerbiediging van de mensenrechten en met nadruk te blijven wijzen op doodstraf en steniging en stelt vast dat toekomstige handels- en samenwerkingsovereenkomsten met Iran een mensenrechtenclausule moeten bevatten op basis van het desbetreffende artikel in de Overeenkomst van Cotonou en wijst er nogmaals op dat een overeenkomst zonder instemming van het EP niet in werking kan treden;