Anschliessend präzisiere er, dass der Gesetzgeber sich mit Artikel 2 des Gesetzes vom 10. Juni 1998 zur Änderung einiger Bestimmungen in bezug auf die Verjährung der Interpretation des Hofes bezüglich der Verfassungswidrigkeit von Artikel 26 des Präliminartitels des Strafprozessgesetzbuches angeschlossen habe.
Vervolgens stelt hij dat de wetgever zich, met artikel 2 van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring, heeft aangesloten bij de interpretatie van het Hof met betrekking tot de ongrondwettigheid van artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering.