(3) Besteht die Gefahr, dass eine von einem Mitgliedstaat vorgesehene Maßnahme im Zusammenhang mit der Einrichtung oder dem Betrieb der elektronischen Zollsysteme die Interoperabilität oder Funktionsfähigkeit dieser Systeme insgesamt beeinträchtigen könnte, so unterrichtet dieser Mitgliedstaat vor Durchführung dieser Maßnahme die Kommission hierüber.
3. Een lidstaat die een actie met betrekking tot het opzetten of de werking van de elektronische douanesystemen wil ondernemen waardoor de algemene interoperabiliteit of het algehele functioneren van die systemen in gevaar zou kunnen komen, stelt de Commissie daarvan vooraf in kennis.