18. betont, dass sich die Zielvorgabe der EU für die Verringerung der CO2 -Emission bis 2050 nur durch eine Abkehr von fossilen Brennstoffen verwirklichen lässt, weshalb Strategien, die eventuell ein Festhalten an fossilen Brennstoffen bewirken, vermieden we
rden müssen; weist erneut darauf hin, dass ehrgeizige und langfristige Strategien für Energieeffizienz und erneuerbare Energiequellen dazu beiträgt, dieses Festhalten zu vermeiden; betont in diesem Zusammenhang die jüngsten Erkenntnisse der IEA, denen zufolge es langfristig günstiger ist, erneuerbare Energiequellen zu fördern, als allein auf den CO2 -Preis zu setzen, da sich so A
nreize daf ...[+++]ür setzen lassen, die breite Palette der Technologien für erneuerbare Energiequellen zügig zur Marktreife weiterzuentwickeln, was nötig ist, damit die Energiewirtschaft auf lange Sicht keinerlei CO2 -Emissionen mehr verursacht; 18. benadrukt dat de EU haar doel van een koolstofarme economie in 2050 alleen kan bereiken als van fossiele brandstoffen w
ordt overgestapt op andere energiebronnen, en stipt aan dat daarom moet worden voorkomen dat dergelijke brandstoffen in het beleid worden verankerd; wijst ero
p dat een ambitieus langetermijnbeleid inzake energie-efficiëntie en hernieuwbare energie een dergelijke verankering zal helpen voorkomen; onderstreept in dit verband de recente constatering van het IEA dat het op lange termijn goedkope
...[+++]r is om een beleid ter bevordering van hernieuwbare energie te volgen dan alleen te vertrouwen op heffingen voor CO2 -emissies, aangezien een dergelijk beleid stimulansen biedt voor de tijdige opschaling van een breed scala van hernieuwbare-energietechnologieën die nodig is om de energiesector op den duur volledig koolstofvrij te maken;