Dafür gibt es kein allgemeingültiges Verfahren, und die Mitgliedstaaten sollten ihre Strategie jeweils so gestalten, dass diese ihre Stärken und ihre internationale Präsenz hervorhebt, Talente anzieht und dabei den nationalen und interkulturellen Qualifikationsdefiziten, aber auch dem Wissens- und Forschungsbedarf der Partnerländer Rechnung trägt.
Voor dit doel is een uniforme aanpak niet geschikt. De lidstaten zouden hun nationale strategieën op hun specifieke situatie moeten afstemmen om hun sterke punten en internationale aanwezigheid te versterken en talent aan te trekken, met bijzondere aandacht voor de vastgestelde nationale en interculturele tekorten aan vaardigheden en voor de kennis- en onderzoeksbehoeften van hun partnerlanden in ontwikkeling.
