Vertaling van "instrumenten abgewickelt werden " (Duits → Nederlands) :

Der Europäische Rat stellte in seinen Schlussfolgerungen vom Dezember 2012 fest: „In einem Umfeld, in dem die Bankenaufsicht effektiv einem einheitlichen Aufsichtsmechanismus übertragen wird, ist auch ein einheitlicher Abwicklungsmechanismus erforderlich, der mit den notwendigen Befugnissen ausgestattet ist, um sicherzustellen, dass jede Bank in den teilnehmenden Mitgliedstaaten mit geeigneten Instrumenten abgewickelt werden kann.“
De Europese Raad heeft in zijn conclusies van december 2012 verklaard: “Als het bankentoezicht daadwerkelijk bij een gemeenschappelijk toezichtmechanisme komt te berusten, is er een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme nodig, met de nodige bevoegdheden om ervoor te zorgen dat banken in deelnemende lidstaten met passende instrumenten kunnen worden afgewikkeld”.

Der Europäische Rat stellte in seinen Schlussfolgerungen vom 13./14. Dezember 2012 Folgendes fest: „In einem Umfeld, in dem die Bankenaufsicht effektiv einem einheitlichen Aufsichtsmechanismus übertragen wird, ist auch ein einheitlicher Abwicklungsmechanismus erforderlich, der mit den notwendigen Befugnissen ausgestattet ist, um sicherzustellen, dass jede Bank in den teilnehmenden Mitgliedstaaten mit geeigneten Instrumenten abgewickelt werden kann“, und „[e]r sollte auf Beiträgen des Finanzsektors selbst basieren und eine geeignete und wirksame Letztsicherung („Backstop“) einschließen“.
De Europese Raad heeft in zijn conclusies van 13 en 14 december 2012 opgemerkt dat „als het bankentoezicht daadwerkelijk komt te berusten bij een gemeenschappelijk toezichtsmechanisme, is er een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme nodig, met de nodige bevoegdheden om ervoor te zorgen dat elke bank in de deelnemende lidstaten met de passende instrumenten kan worden afgewikkeld” en dat „het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme moet berusten op bijdragen van de financiële sector zelf, en passende en effectieve achtervangregelingen omvatten”.

Der Europäische Rat stellte in seinen Schlussfolgerungen vom 13./14. Dezember 2012 Folgendes fest: „In einem Umfeld, in dem die Bankenaufsicht effektiv einem einheitlichen Aufsichtsmechanismus übertragen wird, ist auch ein einheitlicher Abwicklungsmechanismus erforderlich, der mit den notwendigen Befugnissen ausgestattet ist, um sicherzustellen, dass jede Bank in den teilnehmenden Mitgliedstaaten mit geeigneten Instrumenten abgewickelt werden kann“, und „[der einheitliche Abwicklungsmechanismus] sollte auf Beiträgen des Finanzsektors selbst basieren und eine geeignete und wirksame Letztsicherung (“Backstop„) einschließen“.
De Europese Raad heeft in zijn conclusies van 13 en 14 december 2012 opgemerkt dat „in een context waarin het bankentoezicht effectief wordt overgeheveld naar een gemeenschappelijk toezichtsmechanisme, er een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme noodzakelijk zal zijn, met de nodige bevoegdheden om ervoor te zorgen dat elke bank in de deelnemende lidstaten met de passende instrumenten kan worden afgewikkeld” en dat „het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme gegrond moet worden op bijdragen van de financiële sector zelf, en over passende en doeltreffende achtervangregelingen moet beschikken”.

Um die Effektivität des einheitlichen Aufsichtsmechanismus zu erhöhen, haben wir auf der Grundlage des Berichts der vier Präsidenten beschlossen, dass, wenn er erst einmal einge­richtet ist, auch ein einheitlicher Abwicklungsmechanismus erforderlich ist, "der mit den notwendigen Befugnissen ausgestattet ist, um sicherzustellen, dass jede Bank in den teil­nehmenden Mitgliedstaaten mit geeigneten Instrumenten abgewickelt werden kann".
Om het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme nog effectiever te maken, hebben we op basis van een verslag van de drie voorzitters en de president besloten dat, wanneer het mechanisme er is, "een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme nodig (is), met de nodige bevoegdheden om ervoor te zorgen dat banken in deelnemende lidstaten met passende instrumenten kunnen worden afgewikkeld".

1. Die zuständigen Behörden und die ESMA überwachen die Anwendung des Artikels 17 im Hinblick auf das Volumen, in dem Kursofferten Kunden von Wertpapierfirmen und anderen Marktteilnehmern in Bezug auf die sonstige Handelstätigkeit der Firma zur Verfügung gestellt werden, sowie den Grad, in dem die Kursofferten die vorherrschenden Marktbedingungen für Geschäfte mit denselben oder ähnlichen Instrumenten widerspiegeln, die über geregelte Märkte, MTF oder OTF abgewickelt werden.
1. De bevoegde autoriteiten en de ESMA zien toe op de toepassing van artikel 17 met betrekking tot de omvang waarbij koersen beschikbaar worden gesteld aan cliënten van de beleggingsonderneming en beschikbaar worden gesteld aan andere marktdeelnemers in relatie tot andere handelsactiviteiten van de onderneming en de mate waarin de koersen de heersende marktomstandigheden weerspiegelen met betrekking tot transacties voor dezelfde of vergelijkbare instrumenten die plaatsvinden op gereglementeerde markten, MTF's of OTF's.

2. Die zuständige Behörde stellt sicher, dass der Inhalt, der Zeitplan und die Veröffentlichungsmethoden für eine vorbörsliche Meldung seitens eines MTF den gleichen Anforderungen genügen, wie sie von Artikel 41 für Geschäfte mit solchen Instrumenten vorgeschrieben werden, wenn sie über einen geregelten Markt abgewickelt werden.
2. De bevoegde autoriteit draagt er zorg voor dat voor de inhoud, het tijdstip en de bekendmaking van informatie vooraf door MTF's dezelfde voorschriften gelden als die welke overeenkomstig artikel 40 van toepassing zijn op transacties in dezelfde instrumenten wanneer deze op een gereglementeerde markt plaatsvinden.

a) Märkte, auf denen Geschäfte in den im Abschnitt B des Anhangs zur Richtlinie 93/22/EWG des Rates vom 10. Mai 1993 über Wertpapierdienstleistungen (5) aufgeführten Instrumenten oder in Waren regelmäßig getätigt, verrechnet und abgewickelt werden, und
a) markten voor de geregelde verhandeling, verrekening en vereffening van alle instrumenten genoemd in deel B van de bijlage van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten (5), en van goederen;