(4) Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass die Abwicklungsbehörden das Bail-in-Instrument unter Beachtung der jeweiligen Rechtsform auf alle Institute oder Unternehmen im Sinne von Artikel 1 Absatz 1 Buchstabe b, c oder d anwenden oder die Rechtsform ändern können.
4. De lidstaten zorgen ervoor dat de afwikkelingsautoriteiten het instrument van bail-in op alle instellingen of entiteiten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), kunnen toepassen, met in beide gevallen inachtneming van de rechtsvorm van de instelling of entiteit in kwestie, of de rechtsvorm kunnen wijzigen.