Die Kläger in den Rechtssachen Nrn. 2358 (zweiter Klagegrund) und 2362 (vierter Klagegrund) führen an, Artikel 10 des Sondergesetzes vom 13. Juli 2001 zur Ubertragung verschiedener Befugnisse an die Regionen und Gemeinschaften verstosse gegen die Artikel 10, 11 und 160 der Verfassung, indem er in dem Fall, dass ein ernsthafter Klagegrund auf der Grundlage von Artikel 16bis des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen angeführt werde, die Bedingung eines schwerlich wiedergutzumachenden Nachteils zur Erwirkung der einstweiligen Aufhebung vor dem Schiedshof oder dem Staatsrat abschaffe.
De verzoekers in de zaken nrs. 2358 (tweede middel) en 2362 (vierde middel) voeren aan dat artikel 10 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen een schending inhoudt van de artikelen 10, 11 en 160 van de Grondwet, doordat het, wanneer een ernstig middel gesteund op artikel 16bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen wordt aangevoerd, de voorwaarde van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel afschaft om een schorsing te verkrijgen voor het Arbitragehof of de Raad van State.