(3) Wird eine Entscheidung nach Artikel 14 Absatz 1 Buchstaben b oder c von einer anderen zuständigen Behörde als einem Gericht erlassen, so stellt der Mitgliedstaat sicher, dass diese Entscheidung auf Antrag der betroffenen Person von einem Gericht oder einer anderen unabhängigen gerichtsähnlichen Instanz überprüft werden kann.
3. De lidstaten zorgen ervoor dat de in artikel 14, lid 1, onder b) en c), bedoelde beslissingen die door een andere bevoegde autoriteit dan een rechter zijn gegeven, op verzoek van de betrokkene door een rechter of een ander onafhankelijk orgaan met rechterlijk karakter kunnen worden getoetst.