Traduction de «insofern ergänzen müssen » (Allemand → Néerlandais) :

vertritt die Auffassung, dass sich die EU vorrangig darum bemühen muss, multilaterale Verhandlungen zum Abschluss zu bringen; ist der Ansicht, dass bilaterale Handelsverhandlungen multilaterale Prozesse insofern ergänzen müssen, als in diesen Verhandlungen gleiche Arbeitsbedingungen, gemeinsame Umweltvorschriften und Normen in Bezug auf die Unbedenklichkeit von Lebensmitteln zu wahren sind, wie sie bereits in der Europäischen Union gelten, und dass in bilateralen Handelsverhandlungen verhindert werden muss, dass nur Programme für nachhaltige Entwicklung gefördert werden; weist darauf hin, dass die EU wesentliche offensive Agrarinteressen hat, insbesondere im Zusammenhang mit hochwertigen Verarbeitungserzeugnissen; ist der Ansicht, dass durch bilaterale Handelsabkommen mit wichtigen Handelspartnern die Ausfuhrinteressen der Agrar- und Nahrungsmittelindustrie der EU erfolgreich vertreten und gleichzeitig erhebliche wirtschaftliche Vorteile erzielt werden können;
is van oordeel dat de EU de afsluiting van multilaterale onderhandelingen als een prioriteit moet beschouwen; is van oordeel dat bilaterale handelsovereenkomsten een aanvulling moeten vormen op multilaterale processen door gelijke arbeidsvoorwaarden te respecteren, alsmede gemeenschappelijke milieuregels en normen voor de voedselveiligheid die in de Europese Unie reeds van kracht zijn, en dat vermeden moet worden dat alleen programma's inzake duurzame ontwikkeling worden gesteund; brengt in herinnering dat de EU aanzienlijke offensieve belangen heeft in de landbouw, met name ten aanzien van verwerkte producten van hoge kwaliteit; is van oordeel dat bilaterale handelsovereenkomsten met belangrijke handelspartners op succesvolle wijze de exportbelangen van de agro-industrie van de EU kunnen steunen en aanzienlijke economische voordelen kunnen opleveren;

29. vertritt die Auffassung, dass sich die EU vorrangig darum bemühen muss, multilaterale Verhandlungen zum Abschluss zu bringen; ist der Ansicht, dass bilaterale Handelsverhandlungen multilaterale Prozesse insofern ergänzen müssen, als in diesen Verhandlungen gleiche Arbeitsbedingungen, gemeinsame Umweltvorschriften und Normen in Bezug auf die Unbedenklichkeit von Lebensmitteln zu wahren sind, wie sie bereits in der Europäischen Union gelten, und dass in bilateralen Handelsverhandlungen verhindert werden muss, dass nur Programme für nachhaltige Entwicklung gefördert werden; weist darauf hin, dass die EU wesentliche offensive Agrarinteressen hat, insbesondere im Zusammenhang mit hochwertigen Verarbeitungserzeugnissen; ist der Ansicht, dass durch bilaterale Handelsabkommen mit wichtigen Handelspartnern die Ausfuhrinteressen der Agrar- und Nahrungsmittelindustrie der EU erfolgreich vertreten und gleichzeitig erhebliche wirtschaftliche Vorteile erzielt werden können;
29. is van oordeel dat de EU de afsluiting van multilaterale onderhandelingen als een prioriteit moet beschouwen; is van oordeel dat bilaterale handelsovereenkomsten een aanvulling moeten vormen op multilaterale processen door gelijke arbeidsvoorwaarden te respecteren, alsmede gemeenschappelijke milieuregels en normen voor de voedselveiligheid die in de Europese Unie reeds van kracht zijn, en dat vermeden moet worden dat alleen programma's inzake duurzame ontwikkeling worden gesteund; brengt in herinnering dat de EU aanzienlijke offensieve belangen heeft in de landbouw, met name ten aanzien van verwerkte producten van hoge kwaliteit; is van oordeel dat bilaterale handelsovereenkomsten met belangrijke handelspartners op succesvolle wijze de exportbelangen van de agro-industrie van de EU kunnen steunen en aanzienlijke economische voordelen kunnen opleveren;

8. vertritt die Auffassung, dass sich die EU vorrangig darum bemühen muss, multilaterale Verhandlungen zum Abschluss zu bringen; ist der Ansicht, dass bilaterale Handelsverhandlungen multilaterale Prozesse insofern ergänzen müssen, als in diesen Verhandlungen gleiche Arbeitsbedingungen, gemeinsame Umweltvorschriften und Normen in Bezug auf die Unbedenklichkeit von Lebensmitteln, wie sie bereits in der Europäischen Union gelten, zu wahren sind, und dass in bilateralen Handelsverhandlungen verhindert werden muss, dass nur Programme für nachhaltige Entwicklung gefördert werden; weist darauf hin, dass die EU wesentliche offensive Agrarinteressen hat, insbesondere im Zusammenhang mit hochwertigen Verarbeitungserzeugnissen; ist der Ansicht, dass durch bilaterale Handelsabkommen mit wichtigen Handelspartnern die Ausfuhrinteressen der Agrar- und Nahrungsmittelindustrie der EU erfolgreich vertreten und gleichzeitig erhebliche wirtschaftliche Vorteile erzielt werden können;
8. is van oordeel dat de EU de afsluiting van multilaterale onderhandelingen als een prioriteit moet beschouwen; is van oordeel dat bilaterale handelsovereenkomsten een aanvulling moeten vormen op multilaterale processen middels het respecteren van gelijke arbeidsvoorwaarden, gemeenschappelijke milieuregels en normen voor de voedselveiligheid, die in de Europese Unie reeds van kracht zijn, en door niet alleen de voorkeur te geven aan programma's inzake duurzame ontwikkeling; brengt in herinnering dat de EU aanzienlijke offensieve belangen heeft in de landbouw, met name ten aanzien van verwerkte producten van hoge kwaliteit; is van oordeel dat bilaterale handelsovereenkomsten met belangrijke handelspartners op succesvolle wijze de exportbelangen van de agro-industrie van de EU kunnen steunen en aanzienlijke economische voordelen kunnen opleveren;

46. ist der Auffassung, dass dort, wo dies auf Vorschlag der Kommission im Einvernehmen zwischen Rat und Parlament als zweckmäßig erachtet wird, auf Koregulierung oder auf Selbstregulierung zurückgegriffen wird, und weist in diesem Zusammenhang darauf hin, dass sich die Koregulierung auf einen Rechtsakt stützt und insofern dem Vorschlag der Kommission folgt; diese beiden Vorgehensweisen ersetzen den Rechtsetzungsprozess nicht, sondern ergänzen ihn; vor ihrer Verwendung müssen sie im zugrunde liegenden Rechtsakt anerkannt sein;
46. is van oordeel dat, indien zulks nodig wordt geacht, in onderling overleg tussen de Raad en het Parlement en op voorstel van de Commissie gebruik kan worden gemaakt van mederegulering of zelfregulering, maar wijst erop dat mederegulering gebaseerd moet zijn op een wetgevingsbesluit, overeenkomstig het voorstel van de Commissie; deze vormen van regulering zullen een aanvullend karakter hebben en zullen het wetgevingsproces niet vervangen; zij mogen alleen gebruikt worden indien dit van te voren in het basiswetgevingsbesluit is neergelegd;