Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Ein angesehener Mann
Ein geachteter Mann
Ein-Mann-Radar-Steuerstand
Empfängnisverhütung
Empfängnisverhütung durch den Mann
Empfängnisverhütung durch die Frau
Empfängnisverhütungsmethode
Empfängnisverhütungsmittel
Geschlechtspezifische Ungleichheiten
Gleichheit von Mann und Frau
Gleichstellung der Geschlechter
Impotenz
Index zum Geschlechtergefälle
Index zur Gleichstellung der Geschlechter
Insofern
Mann
Mann-Sievert
V-Mann
Vertrauensmann
Wachdienst auf der Ein-Mann-Brücke
Zeugungsunvermögen des Mannes

Traduction de «insofern mann » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous


ein angesehener Mann | ein geachteter Mann

man met een goede reputatie | man met goede naam




Impotenz | Zeugungsunvermögen des Mannes

impotentie | onvermogen tot geslachtsgemeenschap




Gleichheit von Mann und Frau [ Geschlechtspezifische Ungleichheiten | Gleichstellung der Geschlechter | Index zum Geschlechtergefälle | Index zur Gleichstellung der Geschlechter ]

gelijke behandeling van man en vrouw [ gelijke behandeling van vrouwen en mannen | gelijkheid van vrouwen en mannen | gendergelijkheid | gendergelijkheidsindex | genderongelijkheid | genderongelijkheidsindex | ongelijke behandeling van vrouwen en mannen ]




Empfängnisverhütung [ Empfängnisverhütung durch den Mann | Empfängnisverhütung durch die Frau | Empfängnisverhütungsmethode | Empfängnisverhütungsmittel ]

anticonceptie [ anticonceptiemiddel | contraceptief | mannelijk voorbehoedmiddel | voorbehoedmiddel | vrouwelijk voorbehoedmiddel ]


Wachdienst auf der Ein-Mann-Brücke

eenkoppig bemannen van de brug


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Insofern er es dem minderjährigen Kind, das erfolgreich gleichzeitig eine Klage auf Anfechtung der Vaterschaft und auf Vaterschaftsermittlung erhoben hat, nicht erlaubt, den Namen seines biologischen Vaters zu tragen, verstößt Artikel 335 § 3 des Zivilgesetzbuches in der vor seiner Ersetzung durch Artikel 2 des Gesetzes vom 8. Mai 2014 « zur Abänderung des Zivilgesetzbuches im Hinblick auf die Gleichstellung von Mann und Frau bei der Weise der Namensübertragung auf das Kind und den Adoptierten » geltenden Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.

In zoverre het het meerderjarige kind dat met succes terzelfder tijd een vordering heeft ingesteld tot betwisting van het vaderschap en tot onderzoek naar het vaderschap niet toelaat de naam van zijn biologische vader te dragen, schendt artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde vóór de vervanging ervan bij artikel 2 van de wet van 8 mei 2014 « tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde », de artikelen 10 en 11 v ...[+++]


Befragt wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10, 11 und 22 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern sie dem Kind im Alter von über 22 Jahren nicht die Möglichkeit biete, die Anerkennung der Vaterschaft nach der Frist von einem Jahr ab der Entdeckung der Tatsache, dass der Mann, der es anerkannt habe, nicht sein Vater sei, anzufechten, falls die durch diese Anerkennung festgestellte Abstammung weder der biologischen Wahrheit entsprech ...[+++]

Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij aan het kind ouder dan 22 jaar niet de mogelijkheid biedt de erkenning van het vaderschap te betwisten na de termijn van één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat de man die het heeft erkend, niet zijn vader is, in het geval waarin de door die erkenning vastgestelde afstamming niet overeenstemt met de biologische waarheid en niet op een voortdurend bezit van staat berust.


Aus diesen Gründen: Der Gerichtshof erkennt für Recht: Artikel 318 § 2 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches verstößt nicht gegen die Artikel 10, 11, 22 und 22bis der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern der Mann, der die Vaterschaft hinsichtlich des Kindes für sich in Anspruch nimmt, die Klage auf Anfechtung der Vaterschaft binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater des Kindes ist, einreichen muss.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 318, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek schendt niet de artikelen 10, 11, 22 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de man die het vaderschap van het kind opeist de vordering tot betwisting van vaderschap moet instellen binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader is van het kind.


Der Gerichtshof hat in diesem Entscheid demzufolge für Recht erkannt, dass Artikel 318 § 2 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstößt, insofern der Mann, der die Vaterschaft hinsichtlich des Kindes für sich in Anspruch nimmt, die Klage auf Anfechtung der Vaterschaft binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater des Kindes ist, einreichen muss.

Het Hof heeft in dat arrest bijgevolg voor recht gezegd dat artikel 318, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, niet schendt in zoverre de man die het vaderschap van het kind opeist de vordering tot betwisting van vaderschap moet instellen binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader is van het kind.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Mit der vorliegenden Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof im Rahmen derselben Rechtssache gebeten, sich zur Vereinbarkeit von Artikel 323 des Zivilgesetzbuches in der vor seiner Aufhebung durch Artikel 24 des Gesetzes vom 1. Juli 2006 geltenden Fassung mit den Artikeln 22 und 22bis der Verfassung zu äußern, insofern er dann, wenn die Vaterschaft kraft der Artikel 315 oder 317 desselben Gesetzbuches feststehe, es einem Kind nur in den in Artikel 320 dieses Gesetzbuches erwähnten Fällen erlaube, die Vaterschaft eines anderen Mannes als der Ehemann seiner Mutter durch Urteil feststellen zu ...[+++]

Met de onderhavige prejudiciële vraag wordt het Hof, in het kader van dezelfde zaak, verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel 24 van de wet van 1 juli 2006, met de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet in zoverre het, wanneer het vaderschap krachtens de artikelen 315 of 317 van hetzelfde Wetboek vaststaat, een kind enkel in de in artikel 320 van dat Wetboek bedoelde gevallen toestaat het vaderschap van een andere man dan de echtgenoot van zijn moeder bij vonnis te laten vaststellen.


Der erste Teil der Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf den Anfangspunkt der einjährigen Ausschlussfrist zur Anfechtung einer väterlichen Anerkennung, insofern dieser Anfangspunkt einen Behandlungsunterschied zwischen dem Mann, der die Vaterschaft des Kindes für sich in Anspruch nimmt und der die Anerkennung des Kindes durch einen anderen Mann unverzüglich zur Kenntnis genommen hat, einerseits und dem Mann, der die Vaterschaft des Kindes für sich in Anspruch nimmt und der die Anerkennung des Kindes durch einen anderen Mann erst sp ...[+++]

Het eerste onderdeel van de prejudiciële vraag heeft betrekking op het vertrekpunt van de vervaltermijn van één jaar voor de betwisting van een vaderlijke erkenning, in zoverre dat vertrekpunt een verschil in behandeling in het leven roept tussen, enerzijds, de man die het vaderschap van een kind opeist en die onverwijld kennis heeft genomen van de erkenning van het kind door een andere man en, anderzijds, de man die het vaderschap van een kind opeist en die pas later kennis heeft kunnen nemen van de erkenning van het kind door een andere man.


« Verstößt Artikel 1595 Absatz 1 Nr. 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern sich daraus ergibt, dass ein Kaufvertrag unter Ehegatten erfolgen kann, wenn die Abtretung des Ehemanns an seine Frau, auch wenn er von ihr nicht getrennt ist, einen rechtmäßigen Grund hat, wie zum Beispiel die Wiederanlegung ihrer veräußerten Immobilien oder ihr gehörender Gelder, insofern diese Immobilien oder diese Gelder nicht in die Gütergemeinschaft fallen, während kein Kaufvertrag unter Ehegatten ...[+++]

« Schendt het art. 1595, lid 1, 2e B.W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre daaruit volgt dat een koopcontract tussen echtgenoten kan worden aangegaan wanneer de overdracht die de man doet aan zijn vrouw, zelfs als hij van haar niet gescheiden is, een wettige oorzaak heeft, zoals de wederbelegging van haar vervreemde onroerende goederen of van penningen die haar toebehoren, indien die onroerende goederen of penningen niet in de gemeenschap vallen, terwijl geen koopcontract kan worden aangegaan tussen echtgenoten wanneer de overdracht die de vrouw doet aan haar man, zelfs als zij van hem niet gescheiden is, een wettige oorza ...[+++]


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan fragt, ob Artikel 1595 Absatz 1 Nr. 2 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern sich daraus ergebe, dass ein Kaufvertrag unter Ehegatten erfolgen könne, wenn die Abtretung des Ehemanns an seine Frau, auch wenn er von ihr nicht getrennt sei, einen rechtmäßigen Grund habe, wie zum Beispiel die Wiederanlegung ihrer veräußerten Immobilien oder ihr gehörender Gelder, insofern diese Immobilien oder diese Gelder nicht in die Gütergemeinschaft fielen, während ke ...[+++]

Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel 1595, eerste lid, 2°, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre daaruit volgt dat een koopcontract tussen echtgenoten kan worden aangegaan, wanneer de overdracht die de man doet aan zijn vrouw, zelfs als hij van haar niet is gescheiden, een wettige oorzaak heeft, zoals de wederbelegging van haar vervreemde onroerende goederen of van penningen die haar toebehoren, indien die onroerende goederen of penningen niet in de gemeenschap vallen, terwijl geen koopcontract kan worden aangegaan tussen echtgenoten, wanneer de overdracht die de vrouw ...[+++]


2. « Verstößt Artikel 330 § 1 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern die Klage auf Anfechtung der Anerkennung durch den Mann, der behauptet, der biologische Vater des Kindes zu sein, nicht zulässig ist, wenn das Kind den Besitz des Standes hinsichtlich des anerkennenden Mannes hat, während in Bezug auf Artikel 318 § 1 des Zivilgesetzbuches angenommen wird, dass diese Bestimmung gegen Artikel 22 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstößt, in ...[+++]

2. « Schendt artikel 330, § 1, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de vordering tot betwisting van de erkenning door de man die beweert de biologische vader van het kind te zijn, niet ontvankelijk is, indien het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de erkennende man, terwijl met betrekking tot artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek wordt aangenomen dat deze bepaling artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens, schendt, in zoverr ...[+++]


2. « Verstösst Artikel 330 § 1 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern die Klage auf Anfechtung der Anerkennung durch den Mann, der behauptet, der biologische Vater des Kindes zu sein, nicht zulässig ist, wenn das Kind den Besitz des Standes hinsichtlich des anerkennenden Mannes hat, während in Bezug auf Artikel 318 § 1 des Zivilgesetzbuches angenommen wird, dass diese Bestimmung gegen Artikel 22 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstösst, ...[+++]

2. « Schendt artikel 330, § 1, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de vordering tot betwisting van de erkenning door de man die beweert de biologische vader van het kind te zijn, niet ontvankelijk is, indien het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de erkennende man, terwijl met betrekking tot artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek wordt aangenomen dat deze bepaling artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens, schendt, in zoverr ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'insofern mann' ->

Date index: 2024-04-11
w