Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «insofern dadurch hinsichtlich » (Allemand → Néerlandais) :

Im zweiten Teil des Klagegrunds führen die klagenden Parteien an, dass die angefochtenen Bestimmungen diskriminierend seien, insofern dadurch hinsichtlich der Möglichkeit, Überstunden zu leisten, die Arbeitnehmer aus dem Horeca-Sektor, die im Dienst eines Arbeitgebers ohne Registrierkasse stünden, auf die gleiche Weise behandelt würden wie die Arbeitnehmer aus dem Horeca-Sektor, die im Dienst eines Arbeitgebers mit einer Registrierkasse stünden.

In het tweede onderdeel van het middel voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepalingen discriminerend zijn in zoverre zij, wat de mogelijkheid tot het presteren van overuren betreft, de werknemers uit de horecasector die in dienst zijn van een werkgever zonder geregistreerde kassa op dezelfde wijze behandelen als de werknemers uit de horecasector die in dienst zijn van een werkgever met een geregistreerde kassa.


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan möchte vom Gerichtshof erfahren, ob Absatz 2 der vorerwähnten Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern dadurch ein Behandlungsunterschied hinsichtlich des Erlöschens der Strafverfolgung zwischen verschiedenen Kategorien von juristischen Personen, die ihre Rechtspersönlichkeit auf eine der in Absatz 1 derselben Bestimmung angeführten Weisen verloren hätten, eingeführt werde: einerseits diejenigen, die vor dem Verlust ihrer Rechtspersönlichkeit durch einen Untersuch ...[+++]

Het verwijzende rechtscollege wenst van het Hof te vernemen of het tweede lid van de voormelde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling instelt, wat het verval van de strafvordering betreft, tussen verschillende categorieën van rechtspersonen die hun rechtspersoonlijkheid hebben verloren op één van de wijzen vermeld in het eerste lid van dezelfde bepaling : enerzijds, diegene die vóór het verlies van hun rechtspersoonlijkheid in verdenking zijn gesteld door een onderzoeksrechter en, anderzijds, diegene die vóór het verlies van hun rechtspersoonlijkheid (1) het voorwerp ...[+++]


Die klagenden Parteien sind der Auffassung, dass die Verpflichtung, vor jeder Pfändung von Gütern von fremden Mächten die Erlaubnis des Pfändungsrichters zu erhalten, diskriminierend sei, insofern sie nur für die Gläubiger von fremden Mächten gelte, insofern sie dazu führe, dass diese Güter in der Praxis unpfändbar würden, und insofern dadurch der Gläubiger verpflichtet werde, den Nachweis zu erbringen, dass eine der vorerwähnten Bedingungen erfüllt sei, was eine Umkehrung der Beweislast darstelle, und während dieser Beweis, ins ...[+++]

De verzoekende partijen zijn van mening dat de verplichting om vóór elk beslag op eigendommen van buitenlandse mogendheden de toelating van de beslagrechter te verkrijgen discriminerend is in zoverre zij enkel van toepassing is op de schuldeisers van buitenlandse mogendheden, in zoverre zij ertoe leidt dat die eigendommen in de praktijk niet vatbaar voor beslag worden, en in zoverre zij de schuldeiser verplicht om het bewijs te leveren dat een van de voormelde voorwaarden wordt vervuld, hetgeen een omkering van de bewijslast zou uitmaken, en terwijl dat bewijs, in het bijzonder wanneer het het derde geval betreft, onmogelijk te overlegge ...[+++]


In seinem Entscheid Nr. 25/2011 vom 10. Februar 2011 hat der Gerichtshof geurteilt, dass Artikel 8 § 1 Absatz 2 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstößt, insofern dadurch ein Behandlungsunterschied zwischen den endgültig ernannten Beamten und den zeitweilig in einem höheren Amt angestellten Beamten hinsichtlich des Referenzgehalts zur Berechnung ihrer Pension eingeführt wird.

Bij zijn arrest nr. 25/2011 van 10 februari 2011 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 8, § 1, tweede lid van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen vastbenoemde ambtenaren en ambtenaren die tijdelijk zijn aangesteld in een hoger ambt, wat de referentiewedde voor de berekening van hun pensioen betreft, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schond.


Die klagenden Parteien sind der Auffassung, dass die angefochtene Bestimmung gegen das Recht auf kollektive Verhandlungen verstoße, insbesondere hinsichtlich der Festlegung der Entlohnungen der Arbeitnehmer und der Gehälter der Beamten, insofern dadurch der Inhalt der kollektiven Verhandlungen neutralisiert und die Anwendung der sich daraus ergebenden kollektiven Verhandlungen verhindert werde.

De verzoekende partijen zijn van mening dat de bestreden bepaling het recht op collectief onderhandelen schendt, in het bijzonder wat betreft het vaststellen van de lonen van de werknemers en van de wedden van de ambtenaren, in zoverre zij de inhoud van de collectieve onderhandelingen neutraliseert en de toepassing verhindert van de collectieve overeenkomsten die daaruit zijn voortgevloeid.


Das Gesetz vom 22. November 2013 ist daher nicht vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern dadurch den Gläubigern im Sinne von Artikel 317 Absatz 1 des Gesellschaftsgesetzbuches nicht das Recht gewährt wird, ungeachtet gegenteiliger Bestimmungen eine Sicherheit für Schuldforderungen zu fordern, hinsichtlich deren vor der Generalversammlung, die über die Kapitalherabsetzung zu beschließen hat, vor Gericht oder im Wege eines Schiedsverfahrens Beschwerde eingereicht worden is ...[+++]

De wet van 22 november 2013 is derhalve niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij aan de schuldeisers bedoeld in artikel 317, eerste lid, van het Wetboek van vennootschappen niet het recht verleent om, niettegenstaande enige andersluidende bepaling, een zekerheid te eisen voor de schuldvorderingen waarvoor in rechte of via arbitrage een bezwaar werd ingesteld vóór de algemene vergadering die zich over de kapitaalvermindering moet uitspreken.


Der Gerichtshof wird befragt zur Vereinbarkeit der in Rede stehenden Bestimmung mit Artikel 134 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen, insofern dadurch die Gesamtschuldnerschaft zwischen den Eigentümern desselben unbeweglichen Gutes hinsichtlich der Zahlung der Nichtbenutzungsabgabe eingeführt werde.

Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de overeenstemming van de in het geding zijnde bepaling met artikel 134 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in zoverre zij de hoofdelijkheid tussen de eigenaars van eenzelfde onroerend goed invoert wat de betaling van de leegstandheffing betreft.


17. MÄRZ 2016 - Erlaß der Regierung zur Ausführung des Dekrets vom 22. Februar 2016 zur Bekämpfung des Dopings im Sport Die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Aufgrund des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen, Artikel 20; Aufgrund des Gesetzes vom 31. Dezember 1983 über institutionelle Reformen für die Deutschsprachige Gemeinschaft, Artikel 7; Aufgrund des Dekrets vom 22. Februar 2016 zur Bekämpfung des Dopings im Sport, Artikel 5, 6, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 26, 27 und 30; Aufgrund des Gutachtens des Sportrates der Deutschsprachigen Gemeinschaft vom 7. März 2016; Aufgrund des Gutachtens des Finanzinspektors vom 10. März 2016; Aufgrund des Einverständniss ...[+++]

17 MAART 2016. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 22 februari 2016 betreffende de bestrijding van doping in de sport De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 7; Gelet op het decreet van 22 februari 2016 betreffende de bestrijding van doping in de sport, de artikelen 5, 6, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 26, 27 en 30; Gelet op het advies van de Sportraad van de Duitstalige Gemeenschap, gegeven op 7 maart 2016; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 maa ...[+++]


1. a) Ist dadurch, dass die Dienstleistungen von Rechtsanwälten der Mehrwertsteuer unterworfen werden, ohne dass hinsichtlich des Rechts auf Beistand durch einen Rechtsanwalt und des Grundsatzes der Waffengleichheit der Umstand berücksichtigt wird, ob der Rechtsuchende, der keinen juristischen Beistand erhält, mehrwertsteuerpflichtig ist oder nicht, die Richtlinie 2006/112/EG des Rates vom 28. November 2006 über das gemeinsame Mehrwertsteuersystem vereinbar mit Artikel 47 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union in Verbindung mit Artikel 14 des ...[+++]

1. a) Is, door de diensten verricht door advocaten aan de btw te onderwerpen zonder rekening te houden, ten aanzien van het recht op de bijstand van een advocaat en het beginsel van de wapengelijkheid, met de omstandigheid dat de rechtzoekende die geen juridische bijstand geniet, al dan niet aan de btw is onderworpen, de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van de belasting over de toegevoegde waarde bestaanbaar met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in samenhang gelezen met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en pol ...[+++]


- erklärt Artikel 9 des Gesetzes vom 25. Januar 2010 « zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 30. März 2001 zur Festlegung der Rechtsstellung des Personals der Polizeidienste (RSPol) hinsichtlich der Ernennung bestimmter Personalmitglieder der Generaldirektion der Gerichtspolizei in den Dienstgrad, in den sie eingesetzt worden sind » insofern für nichtig, als er dadurch, dass er einen Artikel XII. VII. 19bis in den vorerwähnten königlichen Erlass einfügt, den ehemalig ...[+++]

- vernietigt artikel 9 van de wet van 25 januari 2010 « tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol) wat betreft de benoeming in de graad van aanstelling van bepaalde personeelsleden van de algemene directie van de gerechtelijke politie », in zoverre het, door een artikel XII. VII. 19bis in te voegen in het voormelde koninklijk besluit, het voordeel van het behoud van de geldelijke anciënniteit (horizontale inschaling) weigert aan de voormalige aangestelde leden van de gerechtelijke politie of van de gemeentepolitie die tot commissaris worden ...[+++]


w