4. ersucht die Mitgliedstaaten, im Rahmen ihrer Rentensysteme sicherzustellen, dass Menschen, die aus familiären Gründen nicht erwerbstätig sind, und insbesondere mithelfenden Ehegatten in Familienbetrieben Möglichkeiten zum Aufbau individueller Rentenansprüche geboten werden;
4. verzoekt de lidstaten er in het kader van hun pensioenstelsels voor te zorgen dat personen die om gezinsredenen niet op de arbeidsmarkt actief zijn en personen die in familiebedrijven van hun echtgenoot of echtgenote meehelpen, de mogelijkheid wordt geboden individuele pensioenrechten op te bouwen;